dinsdag 9 april 2013

Die vrou van yster en die man agter tralies

Gisteren is Margereth Thatcher overleden, alles behalve een onbesproken vrouw. Veel inkt zal er deze dagen vloeien over haar verwezenlijkingen, en de één zal die met lof beschrijven terwijl de ander ze vakkundig zal afbreken. In Zuid-Afrika is de publieke opinie echter simpeler: hier stond ze aan de verkeerde kant van de geschiedenis.


Toen tijdens de hoogdagen van de globale anti-apartheid beweging in 1987, een reporter aan Thatcher vroeg of het ANC (de partij van Mandela) ooit aan de macht zou komen in Zuid-Afrika zei Thatcher het volgende:

The ANC is a typical terrorist organisation [...] Anyone who thinks it is going to run the government in South Africa is living in cloud-cuckoo land

Hiermee verkondigde ze niet enkel haar mening, maar de mening van de rechtervleugel van haar partij. Teddy Taylor, een Brits Parlementslid, zei ooit “Nelson Mandela should be shot”. Studenten van de Federation of Conservative Students werden betrapt op het dragen van “Hang Nelson Mandela”-badges. Wanneer in 1984 de Zuid-Afrikaanse President Botha[i] naar Europa kwam om steun te zoeken voor zijn zachtere apartheid  was Thatcher de enige Europese leider die hem uitnodigde (zie foto hierboven). Wanneer in 1990 Nelson Mandela een uitnodiging van Thatcher weigerde, reageerden de leden van haar partij gepikeerd: “How much longer will the Prime Minister allow herself to be kicked in the face by this black terrorist?” (Terry Dicks MP). Misschien nog belangrijker was haar terughoudendheid om het Apartheidsregime sancties op te leggen.


Dus Thatcher was één van de belangrijkste Westerse aanhangers van het Apartheidsregime? Nee, alles behalve.

I do not like apartheid. It is wrong. I like valuing people for what they are, not for their colour or their background. Apartheid is wrong and it has to go.” (Thatcher, 8 juli 1986, The Guardian)

Thatcher haar visie op een meritocratische maatschappij, een maatschappij waar mensen werden beloond op basis van hun capaciteiten, liet haar niet toe om ook maar de kleinste sympathie te hebben voor een raciale toekenning van rechten en kansen. In haar officiële discours zag ze internationale sancties niet als een goede manier om het regime tot zijn einde te brengen. Sancties zouden namelijk niet enkel het regime aantasten, maar ook de verarmde zwarte bevolking. Daarenboven was de moderne Zuid-Afrikaanse economie volledig in staat om de weggevallen import zelf te produceren. Sancties zouden daarnaast in de Apartheidsrethoriek worden afgeschilderd als onderdeel van een Communistisch complot, iets dat de blanke achterban enkel nog  meer onbeweegbaar zou maken om compromissen te zoeken. Natuurlijk zat er achter dit officiële discours ook een geopolitiek kantje: Het blanke Zuid-Afrika werd gezien als een trouwe bondgenoot in de Koude oorlog. Omringd door Angola, Mozambique en Zimbabwe, waar de Sovjet Unie en Cuba een flinke vinger in de pap hadden te brokken, keek Zuid-Afrika het “rode gevaar” constant in de ogen. En het rode blok keek terug: Zuid-Afrika was met zijn natuurlijk rijkdommen en ontwikkelde industrie een gewilde prijs. Het ANC zou zijn geïnfiltreerd door blanke communisten, het waren geen bevrijdingsstrijders maar marxistische terroristen. In wezen zag slechts een handvol Westerse overheden het ANC graag komen, Thatcher was er gewoon eerlijk over.


Maar een wrange nasmaak blijft bestaan in Zuid-Afrika. Ten eerste was het ANC veel minder communistisch dan werd gedacht door het Westen, en de nauwe banden die het had met de Communist Party waren in de eerste plaats het gevolg van een gedeeld doel, namelijk de afschaffing van Apartheid, en niet als gevolg van een gedeelde ideologie. Thatcher en de conservatieve partij in Groot Brittannië onderkende ook het feit dat de guerrilla strijd van het ANC in de eerste plaats het gevolg was van de overheid haar gewelddadige repressie  van vreedzame ANC acties. Ook de effecten van de internationale sancties werden onderschat. Een IMF rapport uit 1990 erkent dat de economie wel degelijk leed onder de sancties. Een groot deel van de import werd simpelweg vervangen door nationale productie, maar deze nationale productie was duurder waardoor overheid en burgers geld verloren. Daarenboven zorgde het wapenembargo er voor dat de regering geen toegang meer had tot hoogtechnologische wapens. Verder gaven de sancties Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijders een moreel steuntje in de rug, dit psychologisch effect zorgde zowel voor grotere internationale en nationale steun voor het ANC en andere vrijheidsbewegingen. 


Hoewel Thatcher zeker geen voorstander was van het raciale Zuid-Afrikaanse beleid, was haar voorzichtige houding ten opzichte van het blanke minderheidsregime zeker niet hulpzaam in de weg naar het democratische Zuid-Afrika. Uiteindelijk werd Apartheid onderuit gehaald niet door een kille Iron Lady, maar door een zwarte man die na een leven van onderdrukking en gevangenschap naar voor kon komen met een boodschap van verzoening, gelijkheid en diversiteit.




[i] Onder President Botha zijn leiderschap werd apartheid voortgezet zei het in een minder strikte vorm. Zo werden onder andere gemengde huwelijken toegelaten. De onderdrukking en politiegeweld gingen echter door onder zijn leiderschap. ANC leiders en kantoren in het buitenland werden aangevallen door Zuid-Afrikaanse speciale troepen, martelpraktijken en onwettig aanhoudingen bleven dagelijkse kost. Hij was openlijk tegen een staat waarin zwarte meerderheid iets te zeggen had.

donderdag 21 maart 2013

Apartheidsmusiek in die Antwerpse Lotto Arena

Het is een jaarlijks terugkerend item in het nieuws: het Vlaams Nationaal Zangfeest. Een activiteit van de Vlaamsgezinde zuil en op zich een vrij onschuldige activiteit. Jaarlijks zakken zo’n 5 000 mensen af naar de Lotto Arena in Antwerpen[i] om daar samen Nederlandstalige liedjes te zingen. De naam alleen al suggereert ook een politieke agenda, de Vlaamse verzuchtingen komen dan ook steeds aan bod, op zich nog steeds niets mis mee.



Elke editie wordt ook afgesloten met het volkslied van Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika: Het Wilhelmus, De Vlaamse Leeuw en Nkosi Sikelel' iAfrika… Ok, dat laatste klopt niet, het huidige Zuid-Afrikaanse volkslied wordt niet gezongen. Elk jaar, wordt Die Stem van Suid-Afrika gezongen[ii], het volkslied van tijdens de apartheidsjaren:


Uit die blou van onse hemel, uit die diepte van ons see,
Oor ons ewige gebergtes waar die kranse antwoord gee.
Deur ons ver-verlate vlaktes met die kreun van ossewa —
Ruis die stem van ons geliefde, van ons land Suid-Afrika.

Ons sal antwoord op jou roepstem, ons sal offer wat jy vra:
Ons sal lewe, ons sal sterwe - ons vir jou, Suid-Afrika.[iii]

Opnieuw, op zich niets mis met de tekst, heel vaderlandslievend zoals een volkslied zou moeten zijn en het verwijst op geen enkele manier naar de waarden van het apartheidsregime. Maar met de tekst van het huidige Noord-Koreaanse Volkslied is op zich ook niets mis, maar geen kat die er aan zou denken om het te zingen… en maar goed ook. Andere algemeen aanvaarde volksliederen bezitten daarentegen soms heel bedenkelijke teksten (denk maar aan La Marseillaise dat begint met: Hoort ge in de velden het loeien van die vreselijke soldaten? Zij naderen tot in uw armen om uw zonen en echtgenoten te kelen[iv]). Een volkslied draait dus duidelijk niet enkel om de tekst die er in staat, maar ook om de reputatie van het land dat het bezingt.

Vanzelfsprekend heeft een nationaal volkslied in het Afrikaans een belangrijkere ideologische invloed dan een volkslied in het Koreaans voor de Vlaamse beweging. De linguïstische nabijheid van het Nederlands en het Afrikaans zorgt voor een natuurlijke band tussen de twee taalgroepen. Volgens de huidige voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ), de organisatie achter het Vlaams Nationaal Zangfeest, is de aanwezigheid van Die Stem van Suid-Afrika in het repertoire ‘niet meer of minder dan de uiting van een taal-culturele verbondenheid met de Afrikaners’[v]. Daarnaast zou men kunnen zeggen dat het zingen van Die Stem nog steeds aanvaardbaar is, aangezien het in de geest van Mandela’s vergevingspolitiek nooit verworpen is geweest, maar verwerkt werd in het huidige volkslied Nkosi Sikelel' iAfrika, een volkslied in vijf talen: Xhosa, Zulu, Sesotho, Afrikaans en Engels. Maar waarom dan nog Die Stem zingen in de naam van culturele verbondenheid? De Afrikaners zijn vandaag de dag volwaardige burgers in de multiraciale Zuid-Afrikaanse samenleving, hun volkslied is dan ook Nkosi Sikelel’ iAfrika … niet Die Stem van Suid-Afrika. De enige Afrikaners die je vandaag Die Stem hoort zingen zijn de volgende:



Eugène Terre'Blanche
Dit zijn aanhangers van de Afrikaner Weerstandsbeweging die twee jaar geleden op de begrafenis van hun vermoorde leider Eugène Terre’Blanche Die Stem als hulde zongen. Terre'Blanche was een verwerpelijke man die tot de dag van zijn dood fanatiek het apartheidsbeleid en de suprematie van de Afrikaners over de zwarten bleef verdedigen. De gemiddelde Afrikaner krijgt rillingen over zijn rug van zulke beelden. Die Stem van Suid-Afrika maakt vandaag geen deel meer uit van de Afrikaner cultuur, Afrikaners leven vandaag welwillend in een multiraciale samenleving, en zingen over deze samenleving in vijf talen.

(Nkosi Sikelel’ iAfrika gezongen voor een Rugby wedstrijd in 2011. Rugby is een sport die overwegend geliefd is onder de Afrikaner bevolking)

Die Stem van Suid-Afrika heeft dus maar weinig meer te maken met de Afrikaners van vandaag. Waarom kiest het Vlaams Nationaal Zangfeest er dan toch nog steeds elk jaar voor om dit lied te zingen? Dit is niet het lied van het multiraciale Zuid-Afrika van vandaag, het bezingt het Zuid-Afrika onder het apartheidsregime. Het bezingt een land waar een kleine minderheid de meerderheid onderdrukte, waar de staat erkende dat er tweederangsburgers waren, waar de wet niet gelijk gold voor iedereen en waar dit alles werd verkocht als de wil van god. Het is ook pijnlijk dat de Vlaamse beweging zo’n lied zingt terwijl vanuit hun rangen we ook vaak klachten horen over de “Belgische Apartheidsstaat”[vi]. Langs de andere kant komen er soms uit dezelfde rangen soms zulke uitspraken:


Dat was ex-Vlaams Belang voorzitter Bruno Valkenier. Pittig detail: Bruno Valkeniers was ooit voorzitter van het ANZ, de organisatie achter het Vlaams Nationaal Zangfeest[vii]. Een andere link tussen het apartheidsregime en de Vlaamse beweging  was het bestaan van de Protea lobbygroep die na 1994 een stille dood stierf. Deze lobbygroep werd één van ’s werelds belangrijkste pro-apartheid lobby groepen en kende een sterke verankering in de Vlaamse beweging. De oom van Bruno Valkeniers, Jef Valkeniers (Volksunie/VLD) was stichtend lid, net zoals Karel Dillen (Vlaams Blok), Wim Jorissen (Volksunie) en Bob Maes (Vlaams Militante Orde/Volksunie/N-VA)[viii].

Foto van ANZ website

Het is duidelijk dat de Vlaamse beweging en apartheid een moeilijke relatie hebben. Langs de ene kant voelen deze Vlamingen zich gevangen in een apartheidssysteem, langs de andere kant kennen hun voorgangers soms nauwe banden met bepleiters van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De huidige Vlaamse beweging beschuldigen van pro-apartheidssentimenten zou echter incorrect zijn. Meer zelfs, de huidige pro-apartheidslobby is zonder twijfel slechts een heel kleine en marginale groep (als ze al bestaat) binnen de Vlaamse beweging. Het zou daarom ook een onjuiste conclusie zijn om het Vlaams Nationaal Zangfeest te bestempelen met een verborgen apartheidsagenda. Maar waarom zingen 5 000 mensen dan nog steeds elk jaar uit volle borst Die Stem van Suid-Afrika? Ik zou het niet weten. Misschien omdat he zo’n mooie tekst is? Maar zoals gezegd bezingt een volkslied veel meer dan enkel de woorden waaruit het bestaat. Trouwens, waarom dan niet het Surinaamse volkslied zingen? Dat is ook best mooi. Wordt het dan eerder jaarlijks gezongen om de culturele verbondenheid te benadrukken? Maar geen doordeweekse Afrikaner zou het echter in zijn hoofd halen om het zelf maar te mompelen. Het is een lied verbonden aan een heel donkere pagina in de Afrikaner geschiedenis, en hoewel het lied zeker niet wordt verdoemd, wordt het hier niet meer gezongen. Als de Vlaamse beweging zich dan toch cultureel wil verbinden met de Afrikaners doe het dan met liedjes die vandaag door Afrikaners worden gezongen. Mijn voorstel: Cooler as Ekke van Jack Parrow, want laten we eerlijk zijn: we zouden allemaal geld betalen om “Jy dink jy is cooler as ekke, want jy het ‘n tattoo van ‘n slang op jou tette” te horen uit de mond van de mensen op onderstaande foto[ix].




Voor ik vertrok las ik “Verhalen van een Vervelling” door Bart Pennewaert, een Belgische diplomaat die in Pretoria verbleef. Een heel goed boek, zeker als je als Belg naar Zuid-Afrika verhuist, daarnaas geeft het ook een mooi overzicht van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. In het boek beschreef hij onder andere het verhaal van een Namibische kennis (Namibië ooit onderdeel van Zuid-Afrika, met ook een apartheidsverleden) die ooit een tijd lang in een gastgezin in Vlaanderen had gewoond. Het gastgezin was vrij Vlaamsgezind en namen hem mee naar het Vlaams Nationaal Zangfeest. Tegen het einde van het spektakel moest hij echter naar buiten gaan, hij vond het ongelofelijk dat het oude Zuid-Afrikaanse volkslied werd gezongen.





[i] Voor 2009 werd het in het Sportpaleis georganiseerd, maar men diende te verhuizen door het dalende aantal deelnemers.
[ii] Zie het programma van het Nationale Zangfeest: 
[iii] Dit is niet het volledige lied, slechts het gedeelte dat meestal wordt gezongen.
[iv] Een ander voorbeeld zou de Vlaamse Leeuw kunnen zijn waar het laatste vers nogal bedenkelijk is. Maar deze wordt zelden of nooit gezongen, dus misschien zou dat geen eerlijk voorbeeld zijn:
Het wraaksein is gegeven, hij [de Vlaamse Leeuw] is hun tergen moe;
Met vuur in 't oog, met woede springt hij den vijand toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op 's vijands trillend lijk.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
[vii] Als reactie op dit filmpje zei hij ook dit nog: “Ik had natuurlijk ook kunnen liegen, maar daar ben ik de man niet naar. Wie graaft in mijn verleden, zal ontdekken dat ik als student, ten tijde van de apartheid, altijd een voorstander geweest ben van Zuid-Afrika. Het systeem van de gescheiden ontwikkeling (een wettelijk geregelde aparte behandeling van de blanke en de zwarte Zuid-Afrikanen, red.) leek mij in die contreien het meest geschikte. Als je toentertijd Zuid-Afrika vergeleek met de andere Afrikaanse staten, kan je me moeilijk ongelijk geven.” Bron

vrijdag 15 maart 2013

Suid-Afrika: Baie meer as velkleur en sente


De cultuurshok van Zuid-Afrika bestond voor mij voornamelijk uit twee aspecten: 1) De enorme kloof tussen arm en rijk; en 2) De raciale kloof in de samenleving. Daarenboven zijn deze twee aspecten enorm hard met elkaar verbonden: ongelijkheid heeft hier een kleur, en dat is het gevolg van de raciale kloof die het apartheidsregime heeft geslaan. Elke dag opnieuw kom ik er mee in aanraking en daarom heb ik er ondertussen ook al drie blogs over geschreven (zie Ons is die 1%,  Gelijk maar geskei en Die Rainbow Elite). Maar ik denk dat het nu wel genoeg is geweest. Dit land is veel meer dan enkel ongelijkheid en raciale spanningen, en daarom ga ik stoppen met er over te praten ... of toch niet helemaal: ik denk dat het onmogelijk zal zijn om het onderwerp te ontwijken aangezien het elk aspect van de Zuid-Afrikaanse samenleving bevlekt. Ik zal gewoon mijn best doen om er geen volledige blog meer aan te wijden.

Voor ik echter een punt zet achter deze tekst wil ik eerst nog een paar dingen verduidelijken rond het thema van raciale ongelijkheid in Zuid-Afrika. Ten eerste ga ik iets verduidelijken dat ik eigenlijk reeds eerder had moeten doen: hoe is de Zuid-Afrikaanse bevolking verdeeld? De grafiek hieronder toont in de buitenste cirkel de samenstelling van de bevolking volgens bevolkingsgroepen, de binnenste toont hoeveel procent van het nationale inkomen in bezit is van de verschillende bevolkingsgroepen. De Zuid-Afrikaanse bevolking is overwegend zwart (79%), blanken en coloureds (noch blank, noch zwart) zorgen elk voor ongeveer 9% van de bevolking, de Indiërs (3%) vervolledigen de cirkel. De blanken bezitten echter 41% van de nationale rijkdom, bijna vijf keer zo veel als hun demografisch aandeel. De zwarten daarentegen bezitten slechts 44% van het nationaal inkomen, een groter aandeel dan het aandeel van de blanken, maar wel een aandeel dat moet verspreid worden over een veel grotere bevolking.


In mijn blog sprak ik ook over elites. Zuid-Afrika is één van de meest ongelijke landen op het vlak van inkomensverdeling in de wereld. Dit heeft dus ook als gevolg dat een heel klein aandeel van de bevolking een groot deel van het nationale inkomen in handen heeft. Kijken we naar de rijkste 10% van de bevolking dan zien we dat zij genieten van 51% van het inkomen (zie data in Ons is die 1%). Splitsen we deze 10% op in bevolkingsgroepen dan zien we dat 3% van de 10% zwart is, 6%  is blank. Deze 3% zwarten verdien ongeveer 15% van het nationale inkomen, de blanken verdienen bijna 32%. Het merendeel van de blanke bevolking zit dan ook comfortabel in de rijkste 10%, de rest zit voornamelijk in de op één na hoogste 10%. Bij de zwarten is het net omgekeerd, de zwarten bevinden zich voornamelijk bij de minst verdienende inkomens. Toch is één klein groepje stinkend rijk kunnen worden sinds het einde van Apartheid. Zoals ik eindigde in mijn voorlaatste blog lijkt het alsof enkel de nationale elite is gekleurd, armoede daarentegen is nog steeds voornamelijk zwart.   


Aan de basis van deze blanke elite liggen voornamelijk historische reden. Generaties blanken waren in staat om zowel het land als de bevolking tot de laatste cent uit te wringen. Ze bouwde een enorm rijke samenleving, maar wel op de rug van een onderdrukte bevolking. Dankzij de wettelijke gelijkstelling van blank en zwart zijn meer en meer zwarten komen plaatsnemen in deze elite. Ik beargumenteerde hier voor al dat een belangrijk groep zwarten zich voornamelijk kon rijk maken via het Black Economic Empowerment (BEE) beleid. Hierdoor werden bedrijven verplicht in hun raden van bestuur en management zwarten op te nemen. Veel van deze postjes kwamen terecht bij hooggeplaatste ANC militanten, en in plaats van een zwart ondernemersklasse te creëren, ontsond er een politieke klasse die ook economisch de touwtjes in handen had. Persoonlijk ben ik nog steeds overtuigd dat dit het geval is, hoewel ik misschien in mijn blogs iets te scherp was voor het Black Economic Empowerment. Ten eerste zijn er ook niet-ANC’ers die genieten van BEE, het beleid beoogt een niet-raciale economie en tracht generaties van raciale uitsluiting ongedaan te maken. Ik vind het echter jammer dat zoiets moet gebeuren door nieuwe raciale wetgeving in te voeren. Het BEE bevoordeelt mensen op basis van hun huidskleur, niet op basis van hun noden.

Langs de andere kant staan beleidsmakers niet voor een makkelijke opdracht. Ongelijkheid gaat niet enkel om wie welk deel van de welvaart heeft, maar ook over de ongelijkheid in welzijn. Onderstaande tabel toont de ongelijkheid tussen de twee voornaamste bevolkingsgroepen. Het is overduidelijk dat de zwarten gemiddeld gezien er veel slechter voor staan dan de blanken. Omdat de kloof tussen rijk en arm zo gekleurd is, en je op straat dus ook onmiddellijk kan zien wie aan welke kant van de kloof staat, is het dus nog noodzakelijker om deze situatie recht te zetten, en liefst zo snel mogelijk. De onderhuidse spanningen die nog steeds aanwezig zijn van het apartheidsregime en de teleurstelling in de geboekte vooruitgang sinds de bevrijding maken een explosieve cocktail die zou kunnen ontploffen in de vorm van niet enkele een klassenstrijd, maar een raciale klassenstrijd. De angst dat zo’n bloederige burgeroorlog zou uitbreken was reëel tijdens de laatste apartheidsjaren, maar is sindsdien nooit volledig weg geweest. 

Zwart
Blank
Werkloosheidsgraad
35,0%
6,0%
Is niet naar school gegaan
10,5%
0,6%
Heeft universitair diploma
8,5%
37,4%
Woont in bakstenen huis
68,0%
95,8%
Woont in een golfplaten huis
16,4%
0,4%
Geen toegang tot water
10,9%
0,7%
Geen toegang tot elektriciteit
18,6%
1,0%
Heeft geen spoeltoilet
49,3%
0,9%
Geen afval ophaling
40,9%
6,2%
Heeft een ijskast
62,0%
98,2%
Heeft een televisie
69,8%
95,2%
Heeft een radio
64,8%
85,7%
Heeft een computer
12,9%
70,2%
Heeft toegang tot internet
29,4%
70,4%
Heeft HIV/AIDS
13,6%
0,3%
Bron: South African Census 2011

Beleidsmakers kunnen dus niet onverschillig blijven ten opzichte van de raciale ongelijkheid in hun land, en daarom kozen ze ervoor raciale wetgevingen in te voeren, zelf al vochten ze 20 jaar geleden nog voor de afschaffing van gelijkaardige wetten. Uit de cijfers blijkt echter dat de gewenste resultaten heel teleurstellend zijn, zeker voor de bredere bevolking. Gelijkheid is cruciaal om de sociale vrede te behouden, maar voorlopig blijkt het beleid weinig effectief voor de zwarte bevolking en discriminerend ten opzicht van de blanken. 

Alle cijfers komen uit de Zuid-Afrikaanse Census 2011 en the National Income Dynamics.



woensdag 6 maart 2013

Sorry voor mijn afwezigheid oma

Hoewel er al even iets in de pijplijn zit om te posten heb ik hier al even niets meer gepost. De reden hiervoor is tweeledig: Ten eerste is Jasmien hier toegekomen in Zuid-Afrika, en ze is hier om te blijven. Vanzelfsprekend ben ik enorm gelukkig dat ze hier is en heb ik dus al even niet meer omgekeken naar mijn blog. Mijn tweede reden is iets minder vrolijk. Mijn grootmoeder langs vaders kant is twee weken geleden heel plots overleden. Niemand had het zien aankomen en het gebeurde allemaal heel snel. Sinds ik voor het eerst naar Bolivia vertrok las ze al elke blog die ik schreef enorm grondig, het matigde haar ongerustheid telkens en zo had ze toch een beetje het gevoel dat ik weer wat dichter bij haar was. Mijn oma was mijn trouwste bloglezer.

Of het nu Bolivia, Portugal of Zuid-Afrika was, telkens was mijn oma enorm ongerust. Telkens zag ze me met pijn in het hart vertrekken en telkens telde ze af naar mijn terugkomst. Het moet haar veel pijn hebben gedaan dat ik er zo vaak niet was. Maar nooit vroeg ze me om thuis te blijven, nooit hield ze me tegen, altijd steunde ze mijn keuzes volledig. Want als ze één iets belangrijker vond dan haar eigen geluk was het wel dat van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ze wist dat ik telkens met heel veel gulzigheid uitkeek naar mijn tijd in het buitenland, dat ik nieuwe plaatsen wou ontdekken, nieuwe avonturen wou beleven. Eerst besefte ik het niet hoe hard mijn oma afzag van mijn afwezigheid. Langzaam kwam het besef. Daarom keerde ik op 1 november 2009 terug van Portugal als verjaardagsverrassing, daarom stuurde ik als maar meer en meer kaartjes, daarom gaf ik hier zo veel geld uit aan belkrediet zodat ik ongelimiteerd met haar kon praten. Onder meer dankzij mijn oma heb ik een gelukkige en zorgeloze kindertijd achter de rug. Een kindertijd gevuld met mooie herinneringen, veel liefde en warmte. Als ik nu echter terugdenk aan mijn oma komen jammer genoeg niet deze herinneringen naar boven, maar zie ik telkens de beelden van ons afscheid in september. Ik beschreef dat afscheid in een tekstje die mijn zus Fien op de begrafenis heeft voorgelezen:

"Op mijn laatste dag in België kwam ik bij je op bezoek. We aten overheerlijke zelfgemaakte boulle de Berlins en dronken koffie uit dezelfde witten tassen als waar we als kind ooit warme melk uit dronken. Daar zaten we dan in jouw huis, de bakermat van onze familie, te praten over ik-weet-niet-meer-wat. En toen was de tijd er om afscheid te nemen. Noch jij, noch ik wouden dat dit moment ooit kwam, maar we wisten dat de tijd gekomen was. Je sloot me in je armen en nog één keer voelde ik de warmte en veiligheid die ik als klein kind voelde toen ik bij jou was. Mijn gedachte vulde zich met al de herinneringen van een gelukzalige kindertijd en ik keek al uit naar mijn volgende terugkomst. Dan zou jij me weer staan opwachten, met een trotse en liefdevolle blik in je ogen, glunderend omdat  ik weer veilig onder je vleugels zat samen met al je andere kleinkinderen. Maar toen je me losliet zag ik echter niet die trotse en glunderende oma, ik zag een diep droevige vrouw. Met tranen in je ogen zei je tegen mij: ik hoop dat ik je nog terug zie … Met een krop in de keel lachte ik het wat weg. Je overdreef. Ik en iedereen rond me was er zeker van: Je had nog minstens 10 jaar voor de boeg. We zouden je 100ste verjaardag nog vieren. Geen haar op mijn hoofd dat dacht dat dit de laatste knuffel van mijn lieve oma zou zijn. Geen haar op mijn hoofd dat dacht: dit is het definitieve afscheid. Maar jij wist precies beter.

Sorry voor mijn afwezigheid Oma, ik dacht dat we meer tijd hadden."

Het doet me pijn dat ik er niet was tijdens haar laatste momenten. Tijdens mijn verblijven in het buitenland heb ik het vaak moeilijk gehad door heimwee, cultuurshocken en om nog vele andere redenen, maar nooit heb ik het moeilijker gehad, nooit heb ik me verder van huis gevoeld, nooit heb ik liever thuis willen zijn dan die dag dat ik het nieuws ontving. België was nooit veel veranderd tijdens mijn afwezigheid, dat zal nu anders zijn. 

Bedankt oma voor je onvoorwaardelijke steun en liefde. Bedankt voor een mooie kindertijd en je trotse blik waarmee je naar ons keek. Sorry dat ik er niet altijd was, bedankt om mij mijn vleugels te laten strekken. Bedankt oma, ik mis je. 



zondag 20 januari 2013

Die Rainbow Elite

In mijn vorige blog, Gelyk maar Geskei, had ik het over ras in Zuid-Afrika en hoe raciale discriminatie (zij het positieve discriminatie) nog steeds leeft in het beleid van Zuid-Afrika. In mijn ogen rijmt dit niet met de waarden waarop de Rainbow Nation zijn gebouwd, nl. het afzweren van eender welke vorm van discriminatie. Het Black Economic Empowerment (BEE) beleid tracht het aandeel van de gekleurde bevolking in de Zuid-Afrikaanse economie te verhogen. Het bestaat nu al even en is al meerdere keren bijgestuurd en een nieuwe bijsturing staat weer op de politieke agenda. Een opvallende stem daarin is het South African Institute for Race Relations (SAIRR)[i], vorige week kondigde zij namelijk aan dat, ipv. het aanpassen van de BEE, de Zuid-Afrikaanse overheid beter zou afstappen van het hele programma. Binnen het betoog van de SAIRR vond ik enkele, voor mij, nieuwe en soms verontrustende aspecten van het BEE beleid. Hieronder zal ik het betoog met mijn eigen woorden trachten te reproduceren[ii].


Laat me beginnen met uit te leggen wat het BEE beleid feitelijk inhoudt. Aangezien onder het apartheidsregime niet-blanken slechts beperkte economische rechten hadden is hun aandeel in de huidige economie laag vergeleken met hun demografisch aandeel. BEE tracht deze situatie recht te trekken. Bedrijven (op de kleinste na) krijgen een score toegekend afhankelijk van hoe hard ze bijdragen tot de economische emancipatie van de niet-blanken[iii]. Aan de hand van deze score worden bedrijven geacht empowered te zijn (dus meewerken aan de zwarte emancipatie) of niet. Bedrijven worden niet gesanctioneerd indien ze niet empowered geacht worden, maar ze ontlopen zo wel de kans overheidsopdrachten binnen te halen. Nu is het voor veel bedrijven niet makkelijk om zich snel aan te passen aan sommige van deze criteria. Een bedrijf met een laag personeelsverloop zou bijvoorbeeld een deel van haar blanke werknemers moeten ontslaan om ze te kunnen vervangen door zwarte werknemers. Naast de morele bezwaren kan dit ook een economisch onrendabele keuze zijn voor de werkgever. Door de gebrekkige kwaliteit van veel zwarte scholen[iv] en het relatief beperkte aanbod van zwarten met een goede opleiding[v], is het moeilijk om genoeg mensen te vinden met de juiste opleiding. Vervangt het bedrijf echter haar werknemers niet dan maakt ze geen kans meer op overheidsopdrachten. Daarenboven maakt ze minder kans op opdrachten van andere bedrijven aangezien een empowered bedrijf 70% van haar aankopen moet doen bij andere empowered bedrijven.  Aan de andere kant is het ook voor de reeds empowered bedrijven niet makkelijk. Omdat beter opgeleide zwarte relatief moeilijker te vinden zijn is een hoger loon noodzakelijk om ze aan het bedrijf te kunnen binden. Hierdoor gaan kosten omhoog en worden empowered bedrijven gedwongen om hogere prijzen te vragen voor de diensten die ze leveren aan de overheid (en dus minder geld dat doorstroomt naar de burger) en aan bedrijven (waaronder empowered bedrijven die moeten kopen van andere empowered bedrijven om hun 70% te behalen).[vi]


Het beleid zet bedrijven dus aan om economische inefficiënte beslissingen te nemen om zo sociale inefficiëntie (nl. de raciale verdeling van rijkdom) op te lossen. Dit is op zich niet echt iets raars, laat staan iets mis mee. Ook in het westen nemen overheden economisch inefficiënte beslissingen met het oog op een gelijkere verdeling in de samenleving. Dus heeft het tot een gelijkere verdeling geleid in Zuid-Afrika? Het antwoord is nee. De belangrijkste vakbond van het land, Cosatu, beweert dat het beleid enkel heeft geleid tot de creatie van een zwarte elite. En in mijn vorige blog toonde ik aan dat voornamelijk de ANC elite belang heeft bij het voortzetten van het Black Economic Empowerment beleid. De vereniging van zwarte zaakvoerders bevestigt dit. Samen met de werknemersbestanden werden ook de raden van bestuur heringedeeld. Deze herverdeling was echter niet in het voordeel van de zwarten in het zakenleven, maar van de zwarte politici binnen het ANC. Daarenboven komt zelf vanbinnen het ANC kritiek op het BEE omdat het geen ondernemerschap aanmoedigt. Moeletsi Mbeki, een politieke economist en broer van de vorige President, verwoor het als volgt:

“What South Africa needs is an entrepreneurial middle class capable of creating wealth and expanding the economy. Instead, BEE is generating an entitlement culture, whereby black people who want to go into business think they should acquire assets free, and that somebody else is there to make them rich, rather than that they should build enterprises from the ground.”

De economische groei waarover Mbeki het heeft is noodzakelijk in dit land. Zuid-Afrika kent sinds enkele jaren een groei van 3% per jaar, dat is niet veel meer dan in het westen, en een pak minder dan de andere BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Herverdeling is echter noodzakelijk voor de sociale stabiliteit van dit land. De huidige ongelijkheid leidt tot geweld tussen zwart en blank (denk maar aan de Plaasmoorden) als het xenofoob geweld van een paar jaar geleden tegen Zimbabwaanse immigranten. Maar herverdeling is niet genoeg. De huidige economische taart is niet groot genoeg om de structurele problemen van dit land (zoals de 25% werkloosheid) op te lossen met enkel herverdeling. Groei is nodig om de economische taart groter te maken. Bedrijven aanmoedigen economisch onrendabele beslissingen te nemen en de overheid te dure aanbestedingen aan te smeren zal echter de groei niet bevorderen.
Bron: Wereldbank
Het zou dus duidelijk moeten zijn dat het BEE beleid niet noodzakelijk heeft geleid tot een gelijkere, laat staan een rijkere, samenleving. Wat in de eerste plaats is gebeurd is de gedeeltelijke onteigening van een blanke elite[viii] door een zwarte elite. Een overdracht van rijkdom en macht tussen elites. Het BEE programma koste de Zuid-Afrikaanse overheid tussen 1998 en 2008 naar schatting tussen de 550 en 850 miljard rand (zo’n 60 miljoen euro), ongeveer acht keer zo veel als in die periode werd uitgegeven aan sociale woningen, terwijl meer dan 3 miljoen mensen nog steeds in een niet-bakstenen huis wonen[ix].


Ik wil eindigen met te vertellen over één van de aanpassing aan het BEE beleid die nu op tafel ligt. Aangezien burgers door de overheid niet meer worden bestempeld met een huidskleur, zijn burgers vrij zelf te kiezen bij welke bevolkingsgroep ze horen. Een Aziaat kan zich dus als blanke bestempelen, een zwarte als coloured of zelf een blanke als zwart. Onder het apartheidsregime was dit anders. Toen werden mensen automatisch ingedeeld en moesten ze voor een commissie komen indien ze niet akkoord gingen met hun indeling. Eén van de reden om het BEE beleid aan te passen is de enorme fraude die ermee gebeurde. Zwarte tuinmannen werden ingeschreven als executive managers en kuisvrouwen werden sales assistants om zo het aandeel zwarten in het bedrijf te verhogen. In sommige gevallen registreerde het bedrijf zelf blanke werknemers als zwart. Om deze fraude tegen te gaan wordt er een commissie in het leven geroepen. Zij zullen kunnen bepalen of een bedrijf al dan niet frauduleus is in haar BEE rapportering. Deze commissie zal dus ongetwijfeld ook beslissingen moeten nemen of bepaalde werknemers van een bedrijf al dan niet blank zijn. Indien fraude wordt vastgesteld kunnen er gevangenissenstraffen worden toegekend. Dit zal de eerste keer zijn sinds 1994 (het einde van apartheid) dat er in Zuid-Afrika gevangenisstraffen kunnen worden uitgesproken op basis van raciale wetgeving. Zoiets doet een koude rilling over mijn rug lopen.

The Race Classification Board. Dit waren de mannen die tijdens het apartheidsregime besloten bij welke bevolkingsgroep  twijfelgevallen behoorden. 
Nogmaals: Een eerlijke raciale verdeling van de nationale welvaart is noodzakelijk voor de sociale stabiliteit van Zuid-Afrika. Het Black Economic Empowerment beleid tracht deze sociale stabiliteit te verzekeren, maar de manier waarop verplicht Zuid-Afrikaanse bedrijven om economisch inefficiënte beslissingen te nemen, doet de overheid meer betalen voor haar aanbestedingen, ontmoedigt ondernemerschap, staat in de weg van groei en leidt tot nieuwe raciale wetgeving. Het uiteindelijke resultaat van meer dan 10 jaar BEE beleid is een elite van zowel blanke zakenmensen als zwarte politici. Geen Rainbow Nation dus maar een Rainbow Elite.



[i] Een Zuid-Afrikaanse, liberaal getinte denktank die reeds sinds de jaren 30 nadenkt over hoe de relatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen kan verbeterd worden. Het spreekt dan ook voor zich dat deze instelling zich kritisch opstelde tegenover het apartheidsregime. Sinds het ontstaan van de denktank is de focus breder geworden, maar haar stem rond raciale thema’s blijft prominent aanwezig.
[ii] In tegenstelling tot mijn vorige blog zal mijn bronvermelding iets minder uitgebreid zijn. Al mijn informatie kwam uit de volgende bronnen van de SAIRR: Bron 1 en bron 2. De bronvermelding binnen deze documenten is heel uitgebreid en ik verwijs dan ook hier naar door.
[iii] Dit gebeurt op basis van een reeks indicatoren zoals het aantal niet-blanke aandeelhouders (minstens 25%), het aantal niet-blanke managers, het aantal niet-blanke werknemers (volgens lokale demografische verhouding), de aankoop van goederen bij bedrijven met een bepaald aantal niet-blanke aandeelhouders, managers of werknemers (70%), opleidingen die worden aangeboden aan niet-blanke werknemers, etc.
[iv] Scholen zijn vandaag de dag niet meer raciaal gescheiden. Kinderen van rijke ouders gaan meestal echter naar private scholen, terwijl andere armere gezinnen gedwongen zijn hun kinderen naar de goedkope maar vaak minder kwaliteitsvolle publieke scholen te sturen. Aangezien armoede nog steeds het meest voorkomt onder de zwarte bevolking zijn het ook hun kinderen die lijden onder de lage kwaliteit van het onderwijs. Typische problemen in de scholen zijn: het gebrek aan schoolboeken, het gebruik aan lesmateriaal en afwezigheid van de leerkrachten.
[v] Een cijfer dat gelukkig jaar na jaar stijgt aangezien dat meer zwarten konden genieten van een “gelijke” toegang tot onderwijs.
[vi] Dit beleid is trouwens ook van toepassing op buitenlandse ondernemingen, wat buitenlandse investeerders afschrikt zoals Bernard Bot, toen Nederlandse minister van buitenlandse zaken, zei tijdens een officieel bezoek aan Pretoria.
[viii] Een klasse die haar rijkdom vaak heeft kunnen vergaren dankzij de onderdrukking van het apartheidsregime.
[ix] Dit zijn heel vaak shacks (golfplaten huisjes). Bron: Zuid-Afrikaanse Cenus 2011