maandag 24 september 2012

Op safari na huise en zebra's

De derde week zit er alweer op. De tijd vliegt maar als ik terugdenk aan de vorige drie weken lijkt het of we nog geen stap dichter staan dan de dag dat we zijn aangekomen: We zitten nog steeds in ons guesthouse in Milner street, we zijn nog steeds bezig met ons te verdiepen in de literatuur rond landhervorming, we hebben nog geen auto, onze verblijfsvergunning is nog niet in orde en onze sociale kring hier is ook nog niet echt uitgebreid. Het lijkt wel of we nog niets hebben gedaan ... maar ondertussen hebben we wel al zebra's gezien!


Reeds in de eerste week begonnen we met het zoeken naar een vaste woonst. We wisten al op voorhand dat dit geen makkelijke opgave zou worden: ons budget is vrij beperkt, vooral omdat we in één van de duurdere regio's van Afrika leven, daarenboven hebben we ook geen volledig vrije keuze. Ons huis moest dicht bij ons werk zijn omdat het verkeer hier een ramp is tijdens de spitsuren, de buurt moet veilig zijn en het huis moet bemeubeld zijn. Uiteindelijk beperkte onze zoektocht zich tot enkele buurten: Brooklyn, Waterkloof, Menlo Park, Groenkloof, Hilcrest, Hatfield en Arcadia. Het was al snel duidelijk dat we veel meer waar voor ons geld zouden krijgen als we ons budget zouden samenleggen. Zo kregen we tenminste de kans om voor een huis met een tuin te kiezen, en geen appartementje in een betonnen blok vol met studenten. Het duurde enkele huizen voor we eindelijk een mooie selectie konden maken van vier huizen. Na een lijstje te maken met plus- en minpunten voor elk huis bleek uiteindelijk één huis in Waterkloof er met kop en schouders bovenuit te steken. Het huis, slechts enkele blokken van waar we nu wonen, ligt in een heel veilige buurt. Het is vrij klein maar dat wordt goedgemaakt door 2 grote terrassen. Het is volledig bemeubeld met mooie meubels (en dus niet met oude afdankertjes, zoals het hier vaak het geval is bij bemeubelde appartementen). Het huis heeft alle bells and whistles op het vlak van beveiliging (electric fences, poort, alarmsysteem, panic button, armed response) en op 200m afstand is er een klein winkelcentrum met een Spar. Het enige minpuntje dat we kunnen noteren is dat het pas vrij is vanaf 25 oktober ... dus pas binnen een maand, wat wilt zeggen dat we nog een maand in Milner street moeten blijven. Hoewel dit een groot minpunt is hebben we toch voor dit huis gekozen omdat het op alle andere punten er zo bovenuit stak. Hieronder zie je wat foto's van de buitenkant, van de binnenkant ben ik echter foto's vergeten trekken.

Onze lijst met plus- en minpuntjes






Een vlugge schets:  Het huis staat naast nog een groter huis waar nu een Amerikaans koppel woont die werken voor USaid. Ons gedeelte ligt verstopt achter de 2 garageboxen (1) en een badkamertje voor de kuisvrouw en tuinman (2). Je komt binnen via het voorste terras welke gedeeltelijk is overdekt (3) en een plantenperkje heeft (4). Je stapt direct binnen in de ruimte waar de living (5) en keuken (6) is. Een gang leidt vervolgens naar de 2 badkamers (7) en 2 slaapkamers (8). Langs de keuken komen we vervolgens uit op het terras achteraan. 
Nu de huizenjacht afgelopen is beginnen we met de zoektocht naar een auto. Toen we hier aankwamen wisten we nog niet zeker of we er één zouden kopen ... 3 weken later lijkt het overduidelijk dat we er één zullen nodig hebben. Elke dag krijgen we er weer een nieuwe reden bij om een auto te kopen. De combinatie van slecht openbaar vervoer, grote afstanden en gevaar om 's nachts op straat te lopen zorgt ervoor dat we voorlopig niet buiten een straal van 5km kunnen gaan van het guesthouse. Indien we verder willen gaan hebben we een taxi nodig, deze is niet zo duur, maar toch te duur om regelmatig te nemen. Daarnaast is er ook het feit dat de buitenwijken vrij kalm zijn in het weekend, en dat de meeste dingen te doen zijn buiten Pretoria. Een auto zou ons dus veel mobieler maken. Ondertussen heb ik me ook een fiets aangeschaft, perfect voor de kortere afstanden overdag. Ik kocht hem tweedehands van een Afrikaner, tegen de raad in van mijn Zuid-Afrikaanse collega's. Zij zeiden dat mensen hier pas dingen verkopen als iets kapot is. En wat blijkt: ze hadden gelijk. Tijdens mijn eerste fietstocht kwam de bout los die mijn pedaal aan het frame vastmaakt, de bout vond ik niet meer terug. Voor de rest reed hij wel goed en ik hoop dat er niets anders mee mis is. Met wat geluk kan ik hem voor weinig geld laten repareren.

Op het werk blijven we lezen over landhervorming, en hoe meer ik erover lees hoe meer ik inzie hoe ingewikkeld dit thema is. Gelukkig krijgen we tegenwoordig ook al enkele kleine opdrachtjes. Ook hebben we te horen gekregen dat we in oktober voor de eerste keer op veldbezoek mogen gaan ... Indien alles goed gaat natuurlijk, want dingen wijzigen hier nogal makkelijk op het laatste moment. Daarnaast geven ze ons ook meer dan genoeg tijd om onze persoonlijke dingen in orde te krijgen (huizenjacht, telefoon, auto...) zodat we ons zo snel mogelijk kunnen settelen. Zelf zijn zij ook druk bezig met onze verblijfsvergunning in orde te krijgen. We bemoeien er ons niet te veel mee want het lijkt allemaal heel bureaucratisch. Normaal gezien zou het tegen eind-oktober volledig in orde moeten zijn. Tot dan blijven we hier met een toeristenvisum.

Uiteindelijk heb ik hier dan ook wat wilde beesten gezien. Vorige zondag gingen we naar het Groenkloof Nature Reserve op ongeveer 8km hiervandaan (nog een reden om een auto of fiets te kopen). Het is een klein recreatie-/natuurpark waar je te voet door kunt of een ritje kunt maken met de mountainbike of 4x4, en dit alles tussen de wilde dieren. Na onze wandeltocht naar daar van 8km beseften we dat we niet genoeg geld bij hadden om een mountainbike te huren (na 2 weken waren we het namelijk al gewend dat we hier overal met Mastercard konden betalen ... niet dus!). Dus besloten we maar om de wandeltocht van 14km te doen. Het was een heel mooie, maar best vermoeiende wandeltocht, daarenboven deden we er vrij lang over omdat we constant aan het rondkijken waren om een glimps van een zebra, kudu of gnoe te zien. Ik ben er vrij zeker van dat we vaak op enkele meters van dieren hebben moeten gelopen zonder ze te zien, we moeten dus onze safari-skills nog wat trainen. Toen we eindelijk terug waren dronken we een frisse pint en kregen we een lift terug van Evert die daar toevallig ook was om te mountainbiken.


Kudu's, enkele dagen later at ik dan ook een hamburger gemaakt van Kudu.
Impala 
Gnoe
Zebra's


Vanaf het park had je ook een mooi uitzicht op Pretoria
Ondertussen zit ik hier al 3 weken en terugkijkend merk ik op dat de tijd vliegt. Veel dingen die ik wou doen heb ik nog helemaal niet gedaan en dus heb ik besloten iets actiever te zijn. Ik heb me ook aangemeld bij het lokale AFS-comité en hopelijk contacteren ze mij bij de eerst volgende activiteit. Dit lijkt me een goede manier om enkele lokale mensen te leren kennen. In Bolivië ging ik naar school en waren er de lokale AFS-ers om me mee te verbroederen, in Portugal had ik de andere Erasmus-studenten, zo'n netwerk heb ik hier niet en daarom lijkt het mij verstandig mij aan te sluiten bij een lokale organisatie (in dit geval AFS) of een sportvereniging (daar ga ik deze week naar op zoek) om toch wat meer contact met de Pretorianen te hebben.

Om mijn tweede blog niet even lang te maken als mijn eerste zal ik het hierbij houden. In een volgende blog zal ik misschien eens wat minder vertellen over wat ik hier dag in dag uit doe, en zal ik eerder wat meer ingaan op de indruk dat Zuid-Afrika tot nu toe al op mij heeft achtergelaten. Hoe ik dat precies zal doen is voor mij voorlopig ook nog een raadsel.

Om te eindigen nog enkele sfeerbeelden van de Union Building, het gebouw waar de Zuid-Afrikaanse regering zetelt:






maandag 17 september 2012

My eerste week in Suid-Afrika is verby


Wat was ik blij toen het eindelijk zondag was, eindelijk een momentje rust in een heel drukke week. De groene oase van rust dat mijn guesthouse is in dit vreemde land gaf me even de tijd om rustig met een kopje thee mijn week te overlopen terwijl de ondergaande zon zijn laatste warmte gaf. Ondertussen stond de volgende week alweer voor de deur. Een week die zeker niet rustiger zou worden.

Na een week vol afscheid nemen ging mijn wekker af op maandag 3 september om 5 uur 's ochtends. De dag van mijn vertrek was aangebroken. Mijn koffers stonden klaar, een vlugge douche en een vlug ontbijt en we stapten in de auto richting Zaventem. Ondertussen is het al de derde keer dat mijn ouders me zo vroeg naar Zaventem moesten brengen om afscheid van mij te nemen. Deze keer was er echter nog een tussenstop: Brussel Zuid om Jasmien af te zetten. Jasmien was voor mijn laatste weekend in België teruggekomen van Frankfurt. We waren blij om bij elkaar te zijn, maar het weekend bleef toch overschaduwd door ons nakend afscheid. Gelukkig heeft Jasmien besloten om eind-oktober/begin-november al een blitz-bezoekje te brengen aan Pretoria, anders keken we nu uit naar vier maand zonder elkaar. Nu is het slechts twee keer zeven weken dat ik haar moet missen. Daarenboven heb ik het vooruitzicht dat we eind-december definitief samen in Pretoria zullen leven. Enkel en alleen daardoor zie ik mijn toekomst in Zuid-Afrika al rooskleurig tegemoet.

Het  laatste avondmaal: friet met biefstuk.

Maar zoals ik zei: we waren onderweg naar Zaventem met als tussenstop Brussel Zuid, vanafwaar Jasmien de trein richting Frankfurt nam. Er vloeiden geen traantje bij het afscheid. We waren er allebei vrij nuchter en zelfzeker over: binnen zeven weken zien we elkaar weer, slechts een klein obstakel, makkelijk te overbruggen. Twintig minuutjes later stonden we in de vertrekhal van Zaventem. Mijn ouders zijn ondertussen al ervaringsdeskundigen, dus ook hier was het afscheid niet te emotioneel. Ze wisten al lang dat ik weer naar het buitenland wou, en ik denk dat het verdriet rond mijn vertrek werd overstemt door de blijheid dat ik mijn dromen kon waarmaken. Ik stapte vlug langs de paspoortcontrole en stond in de rij van de douane toen ik Inge tegenkwam. Ook zij had net afscheid moeten nemen van alles wat België voor haar te bieden heeft. Samen gingen we naar onze gate en stapte we op de KLM vlucht richting Schiphol, na nog geen uur in de lucht te hangen stonden we weer met beide voeten op de grond. Een paspoort- en douanecontrole later waren we op weg richting Johannesburg. Ik had gehoopt het Afrikaanse continent onder me te zien voorbij glijden, maar jammer genoeg zat ik net niet naast een raampje. Op zich geen ramp want Afrika lag bijna volledig bedekt onder een laag wolken. Dankzij de "on-board entertainment" en het vele eten dat we kregen gingen de 13 uur relatief snel voorbij en om iets na negen bevonden we ons reeds op Zuid-Afrikaanse bodem.



Zaventem
Vliegtuig naar Schiphol
Landen in Schiphol
Vliegtuig richting Johannesburg
Het wolkendek





Tot onze opluchting hadden allebei onze koffers de reis overleefd. We stapten naar de aankomsthal en daar ontmoetten we onze eerste Zuid-Afrikaan: Patrick, de chauffeur van de lokale BTC delegatie. Na al onze bagage in de witte Toyota te puzzelen reden we naar buiten. Het was negen uur 's avonds en dus al donker (het is hier "winter" dus de zon ging al rond zes uur onder), veel zagen we dan ook niet van Zuid-Afrika. We reden Pretoria binnen  na een goed half uur en gingen rechtstreeks naar onze tijdelijke verblijfplaats: Milner Street 246 in de suburb Waterkloof. Het is een heel groot huis waar verschillende kamers van worden verhuurd voor middellange termijn. Rond het huis ligt een enorme grote tuin met palmbomen en exotische bloemen, en dit allemaal netjes tussen vier muren met schrikdraad er bovenop. Veilig dus. Daarenboven kregen we een Panic Button, een sleutelhanger met een knop aan die een stil alarm doet afgaan en zo een private beveiligingsfirma alarmeert. Vissie Van der Ward, een blanke Afrikaans-sprekende vrouw, runt het guesthouse met de hulp van 2 kuisvrouwen, een tuinman en haar hond Jabo.

Milner street


  


Jabo
De panic button
Onze kamers waren de twee cottages (twee aparte huisjes). Veel heeft het niet: een kleine badkamer met douche, 2 bedden, een tafel en 2 stoelen, een TV, een ijskast, microgolf, wasbak en een elektrisch kookvuurtje. En dit allemaal onder een strooien dak.





Het is allemaal wat klein, maar het is genoeg voor de eerste weken.

Eens mijn koffers waren uitgepakt kroop ik direct onder de wol om goed uitgeslapen te zijn voor mijn eerste werkdag, want 's ochtends vroeg kwam Patrick ons weer ophalen. Na een stevig ontbijt te hebben opgegeten onder de bomen van de tuin gingen we naar onze werkplek, welke ongeveer 1,5km van Milner street is. Het gebouw maakt deel uit van de Belgische diplomatie en huisvest naast de BTC ook nog andere Belgische diensten. Er wappert dan ook een Belgische vlag buiten. Het ligt een flink eind uit het centrum van Pretoria, in één van de rijkere suburbs, en is daardoor ook niet het enige ambassadegebouw in de buurt. Het gebouw zelf ligt langs een relatief drukke baan en vlakbij twee Malls (winkelcentra).


Op onze eerste dag ontmoette we de meeste van onze nieuwe collega's. De volgende dag zouden we Evert Waterloos ontmoeten. Hij is de persoon die zich bezig houdt met het project van de BTC rond landhervorming, en hij is ook onze coach. Voorlopig ga ik het hierbij laten met de beschrijving van mijn werk en het project. Hoewel ik er ondertussen al een veel duidelijker beeld van heb wat ik hier nu word verwacht te doen, wil ik toch nog even wachten om een zo duidelijk mogelijk beeld te kunnen schetsen. Dit is voorlopig nog heel moeilijk omdat ik nog helemaal niet ingewerkt ben. Voorlopig houden we ons echter voornamelijk bezig met het lezen van documentatie rond het project en de problematiek van landhervorming in Zuid-Afrika. Daarnaast werden we ook gebrieft over Zuid-Afrika. Naast thema's zoals de rassenrelaties, de armoede, de gewoontes en het dagelijkse leven, kregen we natuurlijk ook een uitleg over de veiligheid in Zuid-Afrika. Velen onder jullie hebben mij gewaarschuwd voor de criminaliteit en de gevaren van Zuid-Afrika, en veel van jullie waren dan ook wat bezorgd om mijn welzijn. Op dit moment kan ik nog geen duidelijk beeld vormen van de veiligheid in dit land, daarvoor ben ik hier nog niet lang genoeg. Maar afgaand op de mening van de vele Belgen die hier leven, ontbraken al die waarschuwingen toch vaak wat nuances. Het is zonder twijfel waar dat er hier proportioneel veel criminaliteit is, maar je moet je hier niet opsluiten en tot de tanden bewapenen. De raad die wij krijgen is de volgende: 1) Wees altijd op je hoede, maar wees niet paranoïde; 2) Wandel 's nachts liefst niet op straat, en zeker niet alleen; 3) er zijn buurten waar het gevaarlijk is voor jou, blijf daar weg!; 4) er zijn buurten waar het veilig is, en waar je zelf als het donker is kunt buiten wandelen; 5) vertrouw geen vreemden; 6) loop niet te pronken met je geld. Hoewel dit heel extreem lijkt in de context van de meesten gebieden in België, is dit voor mij niet veel extremer als waar ik in Bolivië mee te maken kreeg. Daarenboven is de kans dat ik de dood  in de ogen kijk enorm klein, criminaliteit beperkt zich hier voornamelijk tot diefstal, zolang je niet moeilijk doet en afgeeft wat je hebt, kom je er met de schrik van af. Dit klinkt misschien niet bemoedigend, maar België is dan natuurlijk ook enorm veilig, en wat is het leven zonder wat risico en avontuur :)

De week ging vrij snel voorbij, en toch was ik uitgeput toen het weekend er was. Evert had ons voorgesteld om ons zaterdag mee te nemen naar de Cradle of Humankind. Hoewel we hiervoor vroeg moesten opstaan gingen we met veel plezier mee. The Cradle of Humankind is een UNESCO site net buiten Pretoria die deze titel verdient omdat hier in de Sterkfontein grot de schedel van een Australopithecus Africanus is gevonden, de oudste fossiel van een mensachtige. Het was een heel leuke trip gecombineerd met een bezoek aan een nogal schools museum dat de geschiedenis van het leven en de evolutie op aarde beschreef. Al bij al was het gewoon eens aangenaam om buiten Pretoria te komen. Daarenboven hebben we onderweg naar daar ook een blik kunnen werpen op één van de buitenwijken van Pretoria: Diepsloot, golfplaten dakje zo ver het oog rijkt. Het was een opvallende afwisseling van de bombastische betonnen paleizen in de suburbs of de afgelekte malls die we in Pretoria zien.


De grotten van Sterkfontein
Zondag gingen we dan eindelijk iets doen wat we eigenlijk al lang hadden moeten doen: het stadscentrum verkennen. De teleurstelling was groot. Het centrum dat zich situeert rond Kerkplein was volledig uitgestorven, alles was dicht en er liep bijzonder weinig volk over straat. Op zich eigenlijk niet zo raar, Pretoria is reeds sinds de de jaren 30 het politieke centrum van het land. Het centrum herbergt dan ook nog steeds alle ministeries, agentschappen en departementen van de Zuid-Afrikaanse regering. Tijdens de week zorgen deze dan ook voor heel veel leven, maar in het weekend keren zij allemaal terug in de aangename suburbs. Het centrum wordt dus muisstil in het weekend. Een beetje teleurgesteld stapten we in een taxi en gingen we terug richting Milner street. "Als alles hier gesloten is in het weekend zullen we ons hier echt doodvervelen" dacht ik "daarenboven was het centrum niet echt mooi of aangenaam om in te vertoeven met al zijn kantoren en grijze overheidsgebouwen". Opeens leek Zuid-Afrika toch wat minder aangenaam ... Dat gevoel bleef gelukkig niet lang hangen. We vroegen aan de chauffeur om ook nog eens langs Hatfield te rijden. Een suburb vlakbij de universiteit waar we nog nooit waren doorgereden. En wat was dat een aangename afwisseling. Een straat vol met cafeetjes en restaurants, en ook in de aangrenzende straten was er hier en daar een gezellig café. Ondertussen begrijp ik dat het centrum van Pretoria werkelijk een zakenbuurt is. Een buurt waar velen werken maar slechts weinigen leven. Amusement is hier dus niet te vinden. De Zuid-Afrikanen leven niet waar ze werken. Ze leven in de suburbs, want anders dan bij ons vind je hier wel cafés, restaurants, clubs, winkels, ...






Ook het apartheidsregime had in Pretoria haar hoofdstad. Naast de blijvende verdeeldheid in de samenleving zie je hier en daar ook nog kleine restanten ervan. Bovenstaand reliëf staat op het stadhuis van Pretoria, merk op wie er centraal staat en wie er werkt.
Zondag sloot ik dus af op een stoel in de tuin. Mijn eerste week zat er op. De kop is eraf. De volgende week zou druk worden. We gingen het Department of Rural Development and Land Reform bezoeken, we zouden op huizenjacht gaan, we zouden voor het eerst enkele (kleine) taakjes voorgeschoteld krijgen en daarenboven was het allebei onze verjaardag: Inge elf september, ik de twaalfde. Ik was nog niet volledig uitgerust en we moesten weer beginnen ...