zondag 20 januari 2013

Die Rainbow Elite

In mijn vorige blog, Gelyk maar Geskei, had ik het over ras in Zuid-Afrika en hoe raciale discriminatie (zij het positieve discriminatie) nog steeds leeft in het beleid van Zuid-Afrika. In mijn ogen rijmt dit niet met de waarden waarop de Rainbow Nation zijn gebouwd, nl. het afzweren van eender welke vorm van discriminatie. Het Black Economic Empowerment (BEE) beleid tracht het aandeel van de gekleurde bevolking in de Zuid-Afrikaanse economie te verhogen. Het bestaat nu al even en is al meerdere keren bijgestuurd en een nieuwe bijsturing staat weer op de politieke agenda. Een opvallende stem daarin is het South African Institute for Race Relations (SAIRR)[i], vorige week kondigde zij namelijk aan dat, ipv. het aanpassen van de BEE, de Zuid-Afrikaanse overheid beter zou afstappen van het hele programma. Binnen het betoog van de SAIRR vond ik enkele, voor mij, nieuwe en soms verontrustende aspecten van het BEE beleid. Hieronder zal ik het betoog met mijn eigen woorden trachten te reproduceren[ii].


Laat me beginnen met uit te leggen wat het BEE beleid feitelijk inhoudt. Aangezien onder het apartheidsregime niet-blanken slechts beperkte economische rechten hadden is hun aandeel in de huidige economie laag vergeleken met hun demografisch aandeel. BEE tracht deze situatie recht te trekken. Bedrijven (op de kleinste na) krijgen een score toegekend afhankelijk van hoe hard ze bijdragen tot de economische emancipatie van de niet-blanken[iii]. Aan de hand van deze score worden bedrijven geacht empowered te zijn (dus meewerken aan de zwarte emancipatie) of niet. Bedrijven worden niet gesanctioneerd indien ze niet empowered geacht worden, maar ze ontlopen zo wel de kans overheidsopdrachten binnen te halen. Nu is het voor veel bedrijven niet makkelijk om zich snel aan te passen aan sommige van deze criteria. Een bedrijf met een laag personeelsverloop zou bijvoorbeeld een deel van haar blanke werknemers moeten ontslaan om ze te kunnen vervangen door zwarte werknemers. Naast de morele bezwaren kan dit ook een economisch onrendabele keuze zijn voor de werkgever. Door de gebrekkige kwaliteit van veel zwarte scholen[iv] en het relatief beperkte aanbod van zwarten met een goede opleiding[v], is het moeilijk om genoeg mensen te vinden met de juiste opleiding. Vervangt het bedrijf echter haar werknemers niet dan maakt ze geen kans meer op overheidsopdrachten. Daarenboven maakt ze minder kans op opdrachten van andere bedrijven aangezien een empowered bedrijf 70% van haar aankopen moet doen bij andere empowered bedrijven.  Aan de andere kant is het ook voor de reeds empowered bedrijven niet makkelijk. Omdat beter opgeleide zwarte relatief moeilijker te vinden zijn is een hoger loon noodzakelijk om ze aan het bedrijf te kunnen binden. Hierdoor gaan kosten omhoog en worden empowered bedrijven gedwongen om hogere prijzen te vragen voor de diensten die ze leveren aan de overheid (en dus minder geld dat doorstroomt naar de burger) en aan bedrijven (waaronder empowered bedrijven die moeten kopen van andere empowered bedrijven om hun 70% te behalen).[vi]


Het beleid zet bedrijven dus aan om economische inefficiënte beslissingen te nemen om zo sociale inefficiëntie (nl. de raciale verdeling van rijkdom) op te lossen. Dit is op zich niet echt iets raars, laat staan iets mis mee. Ook in het westen nemen overheden economisch inefficiënte beslissingen met het oog op een gelijkere verdeling in de samenleving. Dus heeft het tot een gelijkere verdeling geleid in Zuid-Afrika? Het antwoord is nee. De belangrijkste vakbond van het land, Cosatu, beweert dat het beleid enkel heeft geleid tot de creatie van een zwarte elite. En in mijn vorige blog toonde ik aan dat voornamelijk de ANC elite belang heeft bij het voortzetten van het Black Economic Empowerment beleid. De vereniging van zwarte zaakvoerders bevestigt dit. Samen met de werknemersbestanden werden ook de raden van bestuur heringedeeld. Deze herverdeling was echter niet in het voordeel van de zwarten in het zakenleven, maar van de zwarte politici binnen het ANC. Daarenboven komt zelf vanbinnen het ANC kritiek op het BEE omdat het geen ondernemerschap aanmoedigt. Moeletsi Mbeki, een politieke economist en broer van de vorige President, verwoor het als volgt:

“What South Africa needs is an entrepreneurial middle class capable of creating wealth and expanding the economy. Instead, BEE is generating an entitlement culture, whereby black people who want to go into business think they should acquire assets free, and that somebody else is there to make them rich, rather than that they should build enterprises from the ground.”

De economische groei waarover Mbeki het heeft is noodzakelijk in dit land. Zuid-Afrika kent sinds enkele jaren een groei van 3% per jaar, dat is niet veel meer dan in het westen, en een pak minder dan de andere BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Herverdeling is echter noodzakelijk voor de sociale stabiliteit van dit land. De huidige ongelijkheid leidt tot geweld tussen zwart en blank (denk maar aan de Plaasmoorden) als het xenofoob geweld van een paar jaar geleden tegen Zimbabwaanse immigranten. Maar herverdeling is niet genoeg. De huidige economische taart is niet groot genoeg om de structurele problemen van dit land (zoals de 25% werkloosheid) op te lossen met enkel herverdeling. Groei is nodig om de economische taart groter te maken. Bedrijven aanmoedigen economisch onrendabele beslissingen te nemen en de overheid te dure aanbestedingen aan te smeren zal echter de groei niet bevorderen.
Bron: Wereldbank
Het zou dus duidelijk moeten zijn dat het BEE beleid niet noodzakelijk heeft geleid tot een gelijkere, laat staan een rijkere, samenleving. Wat in de eerste plaats is gebeurd is de gedeeltelijke onteigening van een blanke elite[viii] door een zwarte elite. Een overdracht van rijkdom en macht tussen elites. Het BEE programma koste de Zuid-Afrikaanse overheid tussen 1998 en 2008 naar schatting tussen de 550 en 850 miljard rand (zo’n 60 miljoen euro), ongeveer acht keer zo veel als in die periode werd uitgegeven aan sociale woningen, terwijl meer dan 3 miljoen mensen nog steeds in een niet-bakstenen huis wonen[ix].


Ik wil eindigen met te vertellen over één van de aanpassing aan het BEE beleid die nu op tafel ligt. Aangezien burgers door de overheid niet meer worden bestempeld met een huidskleur, zijn burgers vrij zelf te kiezen bij welke bevolkingsgroep ze horen. Een Aziaat kan zich dus als blanke bestempelen, een zwarte als coloured of zelf een blanke als zwart. Onder het apartheidsregime was dit anders. Toen werden mensen automatisch ingedeeld en moesten ze voor een commissie komen indien ze niet akkoord gingen met hun indeling. Eén van de reden om het BEE beleid aan te passen is de enorme fraude die ermee gebeurde. Zwarte tuinmannen werden ingeschreven als executive managers en kuisvrouwen werden sales assistants om zo het aandeel zwarten in het bedrijf te verhogen. In sommige gevallen registreerde het bedrijf zelf blanke werknemers als zwart. Om deze fraude tegen te gaan wordt er een commissie in het leven geroepen. Zij zullen kunnen bepalen of een bedrijf al dan niet frauduleus is in haar BEE rapportering. Deze commissie zal dus ongetwijfeld ook beslissingen moeten nemen of bepaalde werknemers van een bedrijf al dan niet blank zijn. Indien fraude wordt vastgesteld kunnen er gevangenissenstraffen worden toegekend. Dit zal de eerste keer zijn sinds 1994 (het einde van apartheid) dat er in Zuid-Afrika gevangenisstraffen kunnen worden uitgesproken op basis van raciale wetgeving. Zoiets doet een koude rilling over mijn rug lopen.

The Race Classification Board. Dit waren de mannen die tijdens het apartheidsregime besloten bij welke bevolkingsgroep  twijfelgevallen behoorden. 
Nogmaals: Een eerlijke raciale verdeling van de nationale welvaart is noodzakelijk voor de sociale stabiliteit van Zuid-Afrika. Het Black Economic Empowerment beleid tracht deze sociale stabiliteit te verzekeren, maar de manier waarop verplicht Zuid-Afrikaanse bedrijven om economisch inefficiënte beslissingen te nemen, doet de overheid meer betalen voor haar aanbestedingen, ontmoedigt ondernemerschap, staat in de weg van groei en leidt tot nieuwe raciale wetgeving. Het uiteindelijke resultaat van meer dan 10 jaar BEE beleid is een elite van zowel blanke zakenmensen als zwarte politici. Geen Rainbow Nation dus maar een Rainbow Elite.



[i] Een Zuid-Afrikaanse, liberaal getinte denktank die reeds sinds de jaren 30 nadenkt over hoe de relatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen kan verbeterd worden. Het spreekt dan ook voor zich dat deze instelling zich kritisch opstelde tegenover het apartheidsregime. Sinds het ontstaan van de denktank is de focus breder geworden, maar haar stem rond raciale thema’s blijft prominent aanwezig.
[ii] In tegenstelling tot mijn vorige blog zal mijn bronvermelding iets minder uitgebreid zijn. Al mijn informatie kwam uit de volgende bronnen van de SAIRR: Bron 1 en bron 2. De bronvermelding binnen deze documenten is heel uitgebreid en ik verwijs dan ook hier naar door.
[iii] Dit gebeurt op basis van een reeks indicatoren zoals het aantal niet-blanke aandeelhouders (minstens 25%), het aantal niet-blanke managers, het aantal niet-blanke werknemers (volgens lokale demografische verhouding), de aankoop van goederen bij bedrijven met een bepaald aantal niet-blanke aandeelhouders, managers of werknemers (70%), opleidingen die worden aangeboden aan niet-blanke werknemers, etc.
[iv] Scholen zijn vandaag de dag niet meer raciaal gescheiden. Kinderen van rijke ouders gaan meestal echter naar private scholen, terwijl andere armere gezinnen gedwongen zijn hun kinderen naar de goedkope maar vaak minder kwaliteitsvolle publieke scholen te sturen. Aangezien armoede nog steeds het meest voorkomt onder de zwarte bevolking zijn het ook hun kinderen die lijden onder de lage kwaliteit van het onderwijs. Typische problemen in de scholen zijn: het gebrek aan schoolboeken, het gebruik aan lesmateriaal en afwezigheid van de leerkrachten.
[v] Een cijfer dat gelukkig jaar na jaar stijgt aangezien dat meer zwarten konden genieten van een “gelijke” toegang tot onderwijs.
[vi] Dit beleid is trouwens ook van toepassing op buitenlandse ondernemingen, wat buitenlandse investeerders afschrikt zoals Bernard Bot, toen Nederlandse minister van buitenlandse zaken, zei tijdens een officieel bezoek aan Pretoria.
[viii] Een klasse die haar rijkdom vaak heeft kunnen vergaren dankzij de onderdrukking van het apartheidsregime.
[ix] Dit zijn heel vaak shacks (golfplaten huisjes). Bron: Zuid-Afrikaanse Cenus 2011

maandag 14 januari 2013

Gelyk maar Geskei

De Zuid-Afrikaanse grondwet. Het klinkt misschien niet als een enorm boeiend onderwerp, maar dat is het wel. Een jurist ben ik niet, aan een uiteenzetting van de grondwet zal ik mij dus ook niet wagen, ik wil het eerder hebben over de ideeën die in de grondwet vervat zitten. Het dient echter ook als bewijs dat een grondwet niet noodzakelijk leidt tot de erdoor beoogde samenleving. Mooie ideeën die in de weg worden gestaan door een moeilijke realiteit.

Nelson Mandela bij het ondertekenen van de nieuwe grondwet.
De grondwet werd in 1994 opgesteld na de eerste niet-raciale verkiezingen en volgde op een grondwet die politieke vertegenwoordiging in Zuid-Afrika enkel voor de blanken zag. De nieuwe grondwet begint dan ook met “We the people recognise the injustices of our past” en geeft vervolgens eervolle erkenning aan degene die hebben meegevochten voor het beëindigen van deze onrechtvaardigheden. Over schuld  wordt niet gepraat. Wat verder begint de opsomming van de burgerrechten: recht op een menswaardig bestaan, vrijheid van denken en religie, vrijheid van vereniging, vrije meningsuiting, persvrijheid, stemrecht, etc. Een hele waslijst vol dus. Rechten waar de blanke Zuid-Afrikaan al even van kon genieten, rechten waarvan de zwarte Zuid-Afrikaan enkel kon hopen. Maar wat het bijzonderste is aan deze waslijst is hoe het begint: Iedereen wordt gelijk geacht voor de wet en gevrijwaard van eendere welke vorm van discriminatie. En discriminatie beperkt zich hier niet tot huidskleur, maar wordt uitgebreid tot discriminatie op basis van:
      • etnische achtergrond
      • geslacht
      • seksuele oriëntatie
      • zwangerschap
      • burgerlijke stand
      • sociale klasse
      • leeftijd
      • handicap
      • religie
      • geloofsovertuiging
      • taal
Voor mij is het vrij opmerkelijk dat een samenleving die zo lang werd geregeerd door een denkkader van genetische en sociale minderwaardigheid, dit denkkader radicaal kan afzweren, zich vervolgens kan onthouden van een boodschap van wraak en boetedoening, en uiteindelijk met een boodschap van gelijkheid en hoop naar voor komt. Zuid-Afrika slaagde er in om na een geschiedenis van apartheid de beginselen van een staat te creëren waarin noch ras, noch huidskleur, noch eender welk andere vorm van  menselijke diversiteit, bepalende zou moeten zijn in de relatie van de overheid tot haar burgers. Wat een prestatie. 

Deze foto's dienen te tonen door welke blinde haat en geweld het land werd geteisterd tijdens het apartheidsregime. Merk op dat niet alle foto's zwart tegen blank zijn. Verschillende anti-apartheidsgroepen konden ook geweldadig tegenover elkaar zijn.

Deze grondwet is nu zo’n 20 jaar van kracht, en de eerste rainbow children (kinderen die zijn opgegroeid in een niet-raciaal Zuid-Afrika) worden stilaan volwassen. Maar is Zuid-Afrika vandaag zoals de reclame die ik hier dagelijks zie op TV: een zwarte, een blanke, een coloured (iemand van een gemengde achtergrond) en een Aziaat die samen al lachend een Coca-Cola drinken? Alles behalve. De samenleving hier is nog steeds gescheiden. Blank en zwart wonen in andere buurten, gaan naar andere scholen, eten in andere restaurants, gaan op vakantie naar andere oorden, ... En dit is niet enkel omdat zwart en blank tot een andere inkomensklasse behoren. In de vorige 20 jaar is er een zwarte elite opgestaan (de zogenoemde black diamonds). Een elite die het geld even goed laat rollen als de blanken. En toch, of het nu in de sjiekere restaurants of cafeetjes is, of het op de terrasjes van de studentenbuurt, zwart en blank zitten altijd gescheiden. Iedereen lijkt het te weten: hier komen enkel zwarten, daar enkel blanken. Het zou hetzelfde liedje zijn in de scholen en universiteiten. Blank en zwart mogen dan misschien wel in dezelfde les zitten, buiten de les zitten ze niet samen op de speelplaats of in de bibliotheek. Blijkbaar is er een limiet op hoe diep mensen willen zwemmen in diversiteit. Zuid-Afrika is slechts aan het pootjebaden. 

Deze poster van de jongerenvleugel van één van de oppositiepartijen (Democratic Alliance) zorgde voor en kleine controverse zowel bij blank als bij zwart en dient als bewijs hoe choquerend het nog steeds voor velen is om blank en zwart in deze context te zien. Interraciale relaties waren verboden door het apartheidsregime. Bron:  Washington Post
Maar ik ben afgeweken. Dit ging over de grondwet, een grondwet die na een geschiedenis van rassenscheiding elke burger vrijwaart van eender welke vorm van discriminatie. De Zuid-Afrikanen staan misschien nog niet te springen om hun mede-burgers te leren kennen, maar de overheid kent tenminste geen voordelen meer toe op basis van ras ... toch? Wel het ligt iets moeilijker. De ANC (de partij die reeds 20 jaar met een overgrote meerderheid het land bestuurt) ondersteunt een beleid van affirmative action[i], of te wel positieve discriminatie. Bedrijven, overheidsinstellingen, NGO’s, onderwijsinstellingen, ja zelf de nationale sportteams worden quota’s opgelegd of aangezet quota’s te hanteren voor de previously disadvantaged groups[ii]. Onder het Black Economic Empowerment beleid worden zwarte ondernemers of zwarte ondernemingen (ondernemingen met een hoog percentage zwarte werknemers of aandeelhouders) bevooroordeeld waardoor ze o.a. meer kans maken op het binnenhalen van overheidsopdrachten[iii]. Het werknemersbestand van bedrijven en overheidsdiensten dient een weerspiegeling te zijn van de lokale raciale verdeling. Het nationale Rugby-[iv] en Cricketteam[v] werd opgelegd om een minimum aan niet-blanken op te nemen, en hoewel deze regel weer is teruggeschroefd bestaan er nog steeds regels voor de lokale teams. Hoewel deze regels werden ingevoerd om nobele redenen, namelijk een evenwichtige vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen in alle aspecten van de samenleving, zijn hun gevolgen niet altijd even positief. Aangezien enkel “zwarte” bedrijven kans maken op overheidsopdrachten is er minder competitie en wordt de overheid opgezadeld met duurdere contracten, met als logisch gevolg dat er minder geld kan doorstromen naar de diensten zelf (zoals sociale woningen, watervoorziening of afvalophaling)[iii]. Langs de andere kant is er dan weer een enorme competitie tussen bedrijven om hooggeschoolde zwarte werknemers te vinden aangezien het aanbod laag is door het gebrekkig onderwijs in de rurale gebieden en townships. Zwarten in hogere functies verdienen daardoor nu ook 20% meer dan hun blanke collega’s[iii]. Ook maken blanken vandaag minder kans om aangenomen te worden, aangezien werknemers worden verplicht voorkeur te geven aan de zwarte sollicitant, zelf als deze minder gekwalificeerd is[iii]. De Universiteit van Kaapstad hanteert zelf verschillende toelatingsvoorwaarden voor de verschillende bevolkingsgroepen. Voor bijvoorbeeld toelaatbaar te zijn in de richting geneeskunde moet een blanke student minstens 85% scoren, terwijl een zwarte student slechts 77% dient te halen[vi]. Daarenboven mogen slechts 35% van alle toegelaten studenten blank zijn (nog steeds meer dan hun demografisch aandeel van 10%)[vii].


Het debat rond de raciale toelatingsvoorwaarden leeft aan de Universiteit van Kaapstad . Zowel France24 als de New York Times hebben er verslag over uitgebracht.
De toegangsvoorwaarden uit een brochure van de universiteit toont hoe bepaalde bevolkingsgroepen lager moeten scoren dan de categorie open (dit is een groep voor zowel blanke Zuid-Afrikanen als niet-Zuid-Afrikanen). Bron UCT
Het is moeilijk om tegen een systeem te zijn dat tracht een hele bevolkingsgroep economisch op te waarderen, maar de manier waarop doet me toch soms fronsen. Het beleid van de affirmative action definieert de benadeelden in functie van ras, niet in functie van armoede of kansen. Mensen worden verondersteld te weinig kansen te hebben omdat ze een bepaalde huidskleur hebben, niet omdat ze werkelijk bepaalde kansen ontlopen. Zoals Professor Alexander Nevillie[viii] van de Universiteit van Cape Town zegt als reactie op de raciale toegangsvoorwaarden van de universiteit:
“It’s an insult of the first order to believe, even implicitly, that I am disadvantaged because of the colour of my skin or the texture of my hair.”
Hij begrijpt echter dat de huidskleur slechts wordt gebruikt als proxy[ix] om de meest benadeelde te kunnen identificeren. Het is echter een bedenkelijke proxy. Ten eerste zijn er ook blanke Zuid-Afrikanen die benadeeld zijn door bijvoorbeeld armoede of het opleidingsniveau van hun ouders[x]. Zij moeten het echter opnemen tegen blanken die uit een veel beter gestelde omgeving komen en maken dus bijna geen kans. Hetzelfde geldt voor de zwarte Zuid-Afrikanen, zij moeten opboksen tegen de kinderen van de nieuwe zwarte elite. Dit is een niet te onderschatten fenomeen aangezien algemeen wordt erkend dat de positieve discriminatie voornamelijk in het voordeel van de zwarte elite[xi], en meer specifiek de ANC leden[xii], werkt. Het lijkt me absurd dat in een land waar zo'n diverse groep mensen het enorm moeilijk heeft om dagelijks rond te komen (of het nu zwarte of blanke Zuid-Afrikanen zijn, of Zimbabwaanse vluchtelingen en Moçambiquaanse mijnwerkers), de staat zijn voornaamste sociaal-economisch opwaarderingsbeleid is gericht op degene die in het verleden werden benadeeld.
Deze, misschien een beetje warrige figuur toont de link  tussen 56 hooggeplaatste ANC leden en de Black Empowerment Companies waarin ze in zitje in de raad van bestuur hebben. Dit toont aan dat de ANC leden een heel groot belang hebben bij de instandhouding van het Black Empowerment beleid. Bron Acemoglu, D., S. Gelb & J.A. Robinson(2007) Black Economic Empowerment and Economic Performance in South Africa.
Het einde van apartheid heeft duidelijk geen einde gebracht aan de controversie rond ras in het land. Zuid-Afrikanen omarmen niet massaal hun brother from another mother, terwijl de overheid haar beleid nog steeds afstemt op de huidskleur van haar onderdanen. Ras speelt dus tot op de dag van vandaag de hoofdrol in de samenleving, het sociaal-economische lijkt soms slechts een bijfiguur te zijn. Teleurstellend in een Rainbow Nation gebouwd op een niet-discriminerende grondwet.



[i] Bron ANC
[ii] Groepen die door het apartheidsregime werden gediscrimineerd.
[vi] Bron UCT
[vii] Bron UCT
[viii] Alexander Neville (een zwarte Zuid-Afrikaan) was een anti-apartheidsstrijder die van 1964 tot 1974 samen met Nelson Mandela opgesloten zat op Robbeneiland. Bron UCT
[ix] Een indicator die sterk gerelateerd is aan de indicator die je werkelijk wil meten. In dit geval is huidskleur een proxy voor armoede of historische benadeling aangezien het overgrote gedeelte van de arme Zuid-Afrikanen niet-blank zijn.
[x] Ongeveer 450 000 blanke Zuid-Afrikanen, of 10%,  zou in armoede leven.
[xi] Professor André Du Toit van de Universiteit van Cape Town geeft les in de geschiedenis van het politiek denken in Zuid-Afrik en beweert in zijn boek The Next 25 years dat het voornamelijk de kinderen van de welgestelde nieuwe zwarte elite zijn die de voordelen van de affirmative action ondervinden.
[xii] Onder andere Aartsbisschop Desmond Tutut zei ooit: “What is black empowerment when it seems to benefit not the vast majority but an elite that tends to be recycled? “ waarmee hij verwees naar de ANC elite. Bron BBC

Opmerkingen: Ik heb in deze tekst meermaals het begrip "ras" gebruikt. De term veronderstelt dat mensen kunnen worden onderverdeeld op basis van fysieke of genetische kenmerken, een onderverdeling op deze basis heeft echter geen wetenschappelijke grond. Hoewel de term heel beladen is gebruik ik hem omdat in Zuid-Afrika de term nog steeds frequent voorkomt. Daarnaast is de term vrij duidelijk voor iedereen (en zeker duidelijker dan de term "bevolkingsgroepen" welke de Zuid-Afrikaanse overheid gebruikt) en is het ook bijna onmogelijk om over de Zuid-Afrikaanse geschiedenis te praten zonder het woord "ras" te gebruiken. Ik erken echter dat ras geen geschikte term is om naar een specifieke groep mensen te verwijzen.