De Zuid-Afrikaanse
grondwet. Het klinkt misschien niet als een enorm boeiend onderwerp, maar dat
is het wel. Een jurist ben ik niet, aan een uiteenzetting van de grondwet
zal ik mij dus ook niet wagen, ik wil het eerder hebben over de ideeën die in de grondwet vervat zitten. Het
dient echter ook als bewijs dat een grondwet niet noodzakelijk leidt tot de erdoor
beoogde samenleving. Mooie ideeën die in de weg worden gestaan door een
moeilijke realiteit.
Nelson Mandela bij het ondertekenen van de nieuwe grondwet. |
De grondwet werd
in 1994 opgesteld na de eerste niet-raciale verkiezingen en volgde op een
grondwet die politieke vertegenwoordiging in Zuid-Afrika enkel voor de blanken zag. De nieuwe grondwet begint dan ook met “We the people recognise the injustices of
our past” en geeft vervolgens eervolle erkenning aan degene die
hebben meegevochten voor het beëindigen van deze onrechtvaardigheden. Over
schuld wordt niet gepraat. Wat verder
begint de opsomming van de burgerrechten: recht op een menswaardig bestaan, vrijheid
van denken en religie, vrijheid van vereniging, vrije meningsuiting,
persvrijheid, stemrecht, etc. Een hele waslijst vol dus. Rechten waar de blanke
Zuid-Afrikaan al even van kon genieten, rechten waarvan de zwarte Zuid-Afrikaan
enkel kon hopen. Maar wat het bijzonderste is aan deze waslijst is hoe het
begint: Iedereen wordt gelijk geacht voor de wet en gevrijwaard van eendere
welke vorm van discriminatie. En discriminatie beperkt zich hier niet tot
huidskleur, maar wordt uitgebreid tot discriminatie op basis van:
- etnische achtergrond
- geslacht
- seksuele oriëntatie
- zwangerschap
- burgerlijke stand
- sociale klasse
- leeftijd
- handicap
- religie
- geloofsovertuiging
- taal
Voor mij is het
vrij opmerkelijk dat een samenleving die zo lang werd geregeerd door een
denkkader van genetische en sociale minderwaardigheid, dit denkkader radicaal kan afzweren, zich vervolgens kan onthouden van een boodschap van wraak en
boetedoening, en uiteindelijk met een boodschap van gelijkheid en hoop naar voor komt. Zuid-Afrika
slaagde er in om na een geschiedenis van apartheid de beginselen van een staat
te creëren waarin noch ras, noch huidskleur, noch eender welk andere vorm van menselijke diversiteit, bepalende zou moeten
zijn in de relatie van de overheid tot haar burgers. Wat een prestatie.
Deze
grondwet is nu zo’n 20 jaar van kracht, en de eerste rainbow children (kinderen die zijn opgegroeid in een niet-raciaal
Zuid-Afrika) worden stilaan volwassen. Maar
is Zuid-Afrika vandaag zoals de reclame die ik hier dagelijks zie op TV: een
zwarte, een blanke, een coloured (iemand van een gemengde achtergrond) en een Aziaat
die samen al lachend een Coca-Cola drinken? Alles behalve. De samenleving hier is nog
steeds gescheiden. Blank en zwart wonen in andere buurten, gaan naar andere
scholen, eten in andere restaurants, gaan op vakantie naar andere oorden, ...
En dit is niet enkel omdat zwart en blank tot een andere inkomensklasse
behoren. In de vorige 20 jaar is er een
zwarte elite opgestaan (de zogenoemde black
diamonds). Een elite die het geld even goed laat rollen als de blanken. En
toch, of het nu in de sjiekere restaurants of cafeetjes is, of het op de
terrasjes van de studentenbuurt, zwart en blank zitten altijd gescheiden. Iedereen lijkt het te weten: hier komen enkel zwarten, daar
enkel blanken. Het zou hetzelfde liedje zijn in de scholen en universiteiten.
Blank en zwart mogen dan misschien wel in dezelfde les zitten, buiten de les
zitten ze niet samen op de speelplaats of in de bibliotheek. Blijkbaar is er een
limiet op hoe diep mensen willen zwemmen in diversiteit. Zuid-Afrika is slechts aan het pootjebaden.
Deze poster van de jongerenvleugel van één van de oppositiepartijen
(Democratic Alliance) zorgde voor en kleine controverse zowel bij blank als bij zwart en dient als bewijs hoe choquerend het nog steeds voor velen is om blank en zwart in deze context te zien. Interraciale relaties waren verboden door het apartheidsregime. Bron: Washington Post
|
Maar ik ben
afgeweken. Dit ging over de grondwet, een grondwet die na een geschiedenis van
rassenscheiding elke burger vrijwaart van eender welke vorm van discriminatie.
De Zuid-Afrikanen staan misschien nog niet te springen om hun mede-burgers te
leren kennen, maar de overheid kent tenminste geen voordelen meer toe op basis
van ras ... toch? Wel het ligt iets moeilijker. De ANC (de partij die reeds 20
jaar met een overgrote meerderheid het land bestuurt) ondersteunt een beleid
van affirmative action[i],
of te wel positieve discriminatie. Bedrijven, overheidsinstellingen, NGO’s,
onderwijsinstellingen, ja zelf de nationale sportteams worden quota’s opgelegd
of aangezet quota’s te hanteren voor de previously
disadvantaged groups[ii].
Onder het Black Economic Empowerment beleid worden zwarte ondernemers of zwarte
ondernemingen (ondernemingen met een hoog percentage zwarte werknemers of
aandeelhouders) bevooroordeeld waardoor ze o.a. meer kans maken op het
binnenhalen van overheidsopdrachten[iii].
Het werknemersbestand van bedrijven en overheidsdiensten dient een
weerspiegeling te zijn van de lokale raciale verdeling. Het nationale Rugby-[iv]
en Cricketteam[v]
werd opgelegd om een minimum aan niet-blanken op te nemen, en hoewel deze regel
weer is teruggeschroefd bestaan er nog steeds regels voor de lokale teams.
Hoewel deze regels werden ingevoerd om nobele redenen, namelijk een
evenwichtige vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen in alle aspecten van
de samenleving, zijn hun gevolgen niet altijd even positief. Aangezien enkel “zwarte”
bedrijven kans maken op overheidsopdrachten is er minder competitie en
wordt de overheid opgezadeld met duurdere contracten, met als logisch gevolg
dat er minder geld kan doorstromen naar de diensten zelf (zoals sociale woningen,
watervoorziening of afvalophaling)[iii]. Langs de andere kant is er
dan weer een enorme competitie tussen bedrijven om hooggeschoolde zwarte
werknemers te vinden aangezien het aanbod laag is door het gebrekkig onderwijs
in de rurale gebieden en townships. Zwarten in hogere functies verdienen
daardoor nu ook 20% meer dan hun blanke collega’s[iii]. Ook maken
blanken vandaag minder kans om aangenomen te worden, aangezien werknemers
worden verplicht voorkeur te geven aan de zwarte sollicitant, zelf als deze
minder gekwalificeerd is[iii]. De Universiteit van Kaapstad hanteert zelf
verschillende toelatingsvoorwaarden voor de verschillende bevolkingsgroepen.
Voor bijvoorbeeld toelaatbaar te zijn in de richting geneeskunde moet een blanke student
minstens 85% scoren, terwijl een zwarte student slechts 77% dient te halen[vi].
Daarenboven mogen slechts 35% van alle toegelaten studenten blank zijn (nog
steeds meer dan hun demografisch aandeel van 10%)[vii].
Het debat rond de raciale toelatingsvoorwaarden leeft aan de Universiteit van Kaapstad . Zowel France24 als de New York Times hebben er verslag over uitgebracht. |
De
toegangsvoorwaarden uit een brochure van de universiteit toont hoe bepaalde
bevolkingsgroepen lager moeten scoren dan de categorie open (dit is een groep voor zowel blanke Zuid-Afrikanen als
niet-Zuid-Afrikanen). Bron UCT
|
Het is moeilijk om
tegen een systeem te zijn dat tracht een hele bevolkingsgroep economisch op te
waarderen, maar de manier waarop doet me toch soms fronsen. Het beleid van de
affirmative action definieert de benadeelden in functie van ras, niet in
functie van armoede of kansen. Mensen worden verondersteld te weinig kansen te
hebben omdat ze een bepaalde huidskleur hebben, niet omdat ze werkelijk
bepaalde kansen ontlopen. Zoals Professor Alexander Nevillie[viii]
van de Universiteit van Cape Town zegt als reactie op de raciale
toegangsvoorwaarden van de universiteit:
“It’s an insult of the first order to believe, even implicitly, that I am disadvantaged because of the colour of my skin or the texture of my hair.”
Hij begrijpt
echter dat de huidskleur slechts wordt gebruikt als proxy[ix]
om de meest benadeelde te kunnen identificeren. Het is echter een bedenkelijke
proxy. Ten eerste zijn er ook blanke Zuid-Afrikanen die benadeeld zijn door
bijvoorbeeld armoede of het opleidingsniveau van hun ouders[x].
Zij moeten het echter opnemen tegen blanken die uit een veel beter gestelde
omgeving komen en maken dus bijna geen kans. Hetzelfde geldt voor de zwarte Zuid-Afrikanen, zij moeten
opboksen tegen de kinderen van de nieuwe zwarte elite. Dit is een niet te
onderschatten fenomeen aangezien algemeen wordt erkend dat de positieve
discriminatie voornamelijk in het voordeel van de zwarte elite[xi],
en meer specifiek de ANC leden[xii],
werkt. Het lijkt me absurd dat in een land waar zo'n diverse groep mensen het enorm moeilijk heeft om dagelijks rond te komen (of het nu zwarte of blanke Zuid-Afrikanen zijn, of Zimbabwaanse vluchtelingen en Moçambiquaanse mijnwerkers), de staat zijn voornaamste sociaal-economisch opwaarderingsbeleid is gericht op degene die in het verleden werden benadeeld.
Deze, misschien een beetje warrige figuur toont de link tussen 56 hooggeplaatste ANC leden en de Black Empowerment Companies waarin ze in zitje in de raad van bestuur hebben. Dit toont aan dat de ANC leden een heel groot belang hebben bij de instandhouding van het Black Empowerment beleid. Bron Acemoglu, D., S. Gelb & J.A. Robinson(2007) Black Economic Empowerment and Economic Performance in South Africa. |
Het einde van
apartheid heeft duidelijk geen einde gebracht aan de controversie rond ras in
het land. Zuid-Afrikanen omarmen niet massaal hun brother from another mother, terwijl de overheid haar beleid nog
steeds afstemt op de huidskleur van haar onderdanen. Ras speelt dus tot op de
dag van vandaag de hoofdrol in de samenleving, het sociaal-economische lijkt
soms slechts een bijfiguur te zijn. Teleurstellend in een Rainbow Nation gebouwd op een niet-discriminerende
grondwet.
[ii] Groepen die door het apartheidsregime werden gediscrimineerd.
[iii] BronThe Economist
[v] Bron The Telegraph
[vii] Bron UCT
[ix] Een indicator die sterk gerelateerd is aan de indicator die je
werkelijk wil meten. In dit geval is huidskleur een proxy voor armoede of
historische benadeling aangezien het overgrote gedeelte van de arme
Zuid-Afrikanen niet-blank zijn.
[x] Ongeveer 450 000 blanke Zuid-Afrikanen, of 10%, zou in armoede leven.
[xi] Professor André Du Toit van de Universiteit van Cape Town geeft les
in de geschiedenis van het politiek denken in Zuid-Afrik en beweert in zijn
boek The Next 25 years dat het
voornamelijk de kinderen van de welgestelde nieuwe zwarte elite zijn die de
voordelen van de affirmative action ondervinden.
Opmerkingen: Ik heb in deze tekst meermaals het begrip "ras" gebruikt. De term veronderstelt dat mensen kunnen worden onderverdeeld op basis van fysieke of genetische kenmerken, een onderverdeling op deze basis heeft echter geen wetenschappelijke grond. Hoewel de term heel beladen is gebruik ik hem omdat in Zuid-Afrika de term nog steeds frequent voorkomt. Daarnaast is de term vrij duidelijk voor iedereen (en zeker duidelijker dan de term "bevolkingsgroepen" welke de Zuid-Afrikaanse overheid gebruikt) en is het ook bijna onmogelijk om over de Zuid-Afrikaanse geschiedenis te praten zonder het woord "ras" te gebruiken. Ik erken echter dat ras geen geschikte term is om naar een specifieke groep mensen te verwijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten