maandag 14 januari 2013

Gelyk maar Geskei

De Zuid-Afrikaanse grondwet. Het klinkt misschien niet als een enorm boeiend onderwerp, maar dat is het wel. Een jurist ben ik niet, aan een uiteenzetting van de grondwet zal ik mij dus ook niet wagen, ik wil het eerder hebben over de ideeën die in de grondwet vervat zitten. Het dient echter ook als bewijs dat een grondwet niet noodzakelijk leidt tot de erdoor beoogde samenleving. Mooie ideeën die in de weg worden gestaan door een moeilijke realiteit.

Nelson Mandela bij het ondertekenen van de nieuwe grondwet.
De grondwet werd in 1994 opgesteld na de eerste niet-raciale verkiezingen en volgde op een grondwet die politieke vertegenwoordiging in Zuid-Afrika enkel voor de blanken zag. De nieuwe grondwet begint dan ook met “We the people recognise the injustices of our past” en geeft vervolgens eervolle erkenning aan degene die hebben meegevochten voor het beëindigen van deze onrechtvaardigheden. Over schuld  wordt niet gepraat. Wat verder begint de opsomming van de burgerrechten: recht op een menswaardig bestaan, vrijheid van denken en religie, vrijheid van vereniging, vrije meningsuiting, persvrijheid, stemrecht, etc. Een hele waslijst vol dus. Rechten waar de blanke Zuid-Afrikaan al even van kon genieten, rechten waarvan de zwarte Zuid-Afrikaan enkel kon hopen. Maar wat het bijzonderste is aan deze waslijst is hoe het begint: Iedereen wordt gelijk geacht voor de wet en gevrijwaard van eendere welke vorm van discriminatie. En discriminatie beperkt zich hier niet tot huidskleur, maar wordt uitgebreid tot discriminatie op basis van:
      • etnische achtergrond
      • geslacht
      • seksuele oriëntatie
      • zwangerschap
      • burgerlijke stand
      • sociale klasse
      • leeftijd
      • handicap
      • religie
      • geloofsovertuiging
      • taal
Voor mij is het vrij opmerkelijk dat een samenleving die zo lang werd geregeerd door een denkkader van genetische en sociale minderwaardigheid, dit denkkader radicaal kan afzweren, zich vervolgens kan onthouden van een boodschap van wraak en boetedoening, en uiteindelijk met een boodschap van gelijkheid en hoop naar voor komt. Zuid-Afrika slaagde er in om na een geschiedenis van apartheid de beginselen van een staat te creëren waarin noch ras, noch huidskleur, noch eender welk andere vorm van  menselijke diversiteit, bepalende zou moeten zijn in de relatie van de overheid tot haar burgers. Wat een prestatie. 

Deze foto's dienen te tonen door welke blinde haat en geweld het land werd geteisterd tijdens het apartheidsregime. Merk op dat niet alle foto's zwart tegen blank zijn. Verschillende anti-apartheidsgroepen konden ook geweldadig tegenover elkaar zijn.

Deze grondwet is nu zo’n 20 jaar van kracht, en de eerste rainbow children (kinderen die zijn opgegroeid in een niet-raciaal Zuid-Afrika) worden stilaan volwassen. Maar is Zuid-Afrika vandaag zoals de reclame die ik hier dagelijks zie op TV: een zwarte, een blanke, een coloured (iemand van een gemengde achtergrond) en een Aziaat die samen al lachend een Coca-Cola drinken? Alles behalve. De samenleving hier is nog steeds gescheiden. Blank en zwart wonen in andere buurten, gaan naar andere scholen, eten in andere restaurants, gaan op vakantie naar andere oorden, ... En dit is niet enkel omdat zwart en blank tot een andere inkomensklasse behoren. In de vorige 20 jaar is er een zwarte elite opgestaan (de zogenoemde black diamonds). Een elite die het geld even goed laat rollen als de blanken. En toch, of het nu in de sjiekere restaurants of cafeetjes is, of het op de terrasjes van de studentenbuurt, zwart en blank zitten altijd gescheiden. Iedereen lijkt het te weten: hier komen enkel zwarten, daar enkel blanken. Het zou hetzelfde liedje zijn in de scholen en universiteiten. Blank en zwart mogen dan misschien wel in dezelfde les zitten, buiten de les zitten ze niet samen op de speelplaats of in de bibliotheek. Blijkbaar is er een limiet op hoe diep mensen willen zwemmen in diversiteit. Zuid-Afrika is slechts aan het pootjebaden. 

Deze poster van de jongerenvleugel van één van de oppositiepartijen (Democratic Alliance) zorgde voor en kleine controverse zowel bij blank als bij zwart en dient als bewijs hoe choquerend het nog steeds voor velen is om blank en zwart in deze context te zien. Interraciale relaties waren verboden door het apartheidsregime. Bron:  Washington Post
Maar ik ben afgeweken. Dit ging over de grondwet, een grondwet die na een geschiedenis van rassenscheiding elke burger vrijwaart van eender welke vorm van discriminatie. De Zuid-Afrikanen staan misschien nog niet te springen om hun mede-burgers te leren kennen, maar de overheid kent tenminste geen voordelen meer toe op basis van ras ... toch? Wel het ligt iets moeilijker. De ANC (de partij die reeds 20 jaar met een overgrote meerderheid het land bestuurt) ondersteunt een beleid van affirmative action[i], of te wel positieve discriminatie. Bedrijven, overheidsinstellingen, NGO’s, onderwijsinstellingen, ja zelf de nationale sportteams worden quota’s opgelegd of aangezet quota’s te hanteren voor de previously disadvantaged groups[ii]. Onder het Black Economic Empowerment beleid worden zwarte ondernemers of zwarte ondernemingen (ondernemingen met een hoog percentage zwarte werknemers of aandeelhouders) bevooroordeeld waardoor ze o.a. meer kans maken op het binnenhalen van overheidsopdrachten[iii]. Het werknemersbestand van bedrijven en overheidsdiensten dient een weerspiegeling te zijn van de lokale raciale verdeling. Het nationale Rugby-[iv] en Cricketteam[v] werd opgelegd om een minimum aan niet-blanken op te nemen, en hoewel deze regel weer is teruggeschroefd bestaan er nog steeds regels voor de lokale teams. Hoewel deze regels werden ingevoerd om nobele redenen, namelijk een evenwichtige vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen in alle aspecten van de samenleving, zijn hun gevolgen niet altijd even positief. Aangezien enkel “zwarte” bedrijven kans maken op overheidsopdrachten is er minder competitie en wordt de overheid opgezadeld met duurdere contracten, met als logisch gevolg dat er minder geld kan doorstromen naar de diensten zelf (zoals sociale woningen, watervoorziening of afvalophaling)[iii]. Langs de andere kant is er dan weer een enorme competitie tussen bedrijven om hooggeschoolde zwarte werknemers te vinden aangezien het aanbod laag is door het gebrekkig onderwijs in de rurale gebieden en townships. Zwarten in hogere functies verdienen daardoor nu ook 20% meer dan hun blanke collega’s[iii]. Ook maken blanken vandaag minder kans om aangenomen te worden, aangezien werknemers worden verplicht voorkeur te geven aan de zwarte sollicitant, zelf als deze minder gekwalificeerd is[iii]. De Universiteit van Kaapstad hanteert zelf verschillende toelatingsvoorwaarden voor de verschillende bevolkingsgroepen. Voor bijvoorbeeld toelaatbaar te zijn in de richting geneeskunde moet een blanke student minstens 85% scoren, terwijl een zwarte student slechts 77% dient te halen[vi]. Daarenboven mogen slechts 35% van alle toegelaten studenten blank zijn (nog steeds meer dan hun demografisch aandeel van 10%)[vii].


Het debat rond de raciale toelatingsvoorwaarden leeft aan de Universiteit van Kaapstad . Zowel France24 als de New York Times hebben er verslag over uitgebracht.
De toegangsvoorwaarden uit een brochure van de universiteit toont hoe bepaalde bevolkingsgroepen lager moeten scoren dan de categorie open (dit is een groep voor zowel blanke Zuid-Afrikanen als niet-Zuid-Afrikanen). Bron UCT
Het is moeilijk om tegen een systeem te zijn dat tracht een hele bevolkingsgroep economisch op te waarderen, maar de manier waarop doet me toch soms fronsen. Het beleid van de affirmative action definieert de benadeelden in functie van ras, niet in functie van armoede of kansen. Mensen worden verondersteld te weinig kansen te hebben omdat ze een bepaalde huidskleur hebben, niet omdat ze werkelijk bepaalde kansen ontlopen. Zoals Professor Alexander Nevillie[viii] van de Universiteit van Cape Town zegt als reactie op de raciale toegangsvoorwaarden van de universiteit:
“It’s an insult of the first order to believe, even implicitly, that I am disadvantaged because of the colour of my skin or the texture of my hair.”
Hij begrijpt echter dat de huidskleur slechts wordt gebruikt als proxy[ix] om de meest benadeelde te kunnen identificeren. Het is echter een bedenkelijke proxy. Ten eerste zijn er ook blanke Zuid-Afrikanen die benadeeld zijn door bijvoorbeeld armoede of het opleidingsniveau van hun ouders[x]. Zij moeten het echter opnemen tegen blanken die uit een veel beter gestelde omgeving komen en maken dus bijna geen kans. Hetzelfde geldt voor de zwarte Zuid-Afrikanen, zij moeten opboksen tegen de kinderen van de nieuwe zwarte elite. Dit is een niet te onderschatten fenomeen aangezien algemeen wordt erkend dat de positieve discriminatie voornamelijk in het voordeel van de zwarte elite[xi], en meer specifiek de ANC leden[xii], werkt. Het lijkt me absurd dat in een land waar zo'n diverse groep mensen het enorm moeilijk heeft om dagelijks rond te komen (of het nu zwarte of blanke Zuid-Afrikanen zijn, of Zimbabwaanse vluchtelingen en Moçambiquaanse mijnwerkers), de staat zijn voornaamste sociaal-economisch opwaarderingsbeleid is gericht op degene die in het verleden werden benadeeld.
Deze, misschien een beetje warrige figuur toont de link  tussen 56 hooggeplaatste ANC leden en de Black Empowerment Companies waarin ze in zitje in de raad van bestuur hebben. Dit toont aan dat de ANC leden een heel groot belang hebben bij de instandhouding van het Black Empowerment beleid. Bron Acemoglu, D., S. Gelb & J.A. Robinson(2007) Black Economic Empowerment and Economic Performance in South Africa.
Het einde van apartheid heeft duidelijk geen einde gebracht aan de controversie rond ras in het land. Zuid-Afrikanen omarmen niet massaal hun brother from another mother, terwijl de overheid haar beleid nog steeds afstemt op de huidskleur van haar onderdanen. Ras speelt dus tot op de dag van vandaag de hoofdrol in de samenleving, het sociaal-economische lijkt soms slechts een bijfiguur te zijn. Teleurstellend in een Rainbow Nation gebouwd op een niet-discriminerende grondwet.



[i] Bron ANC
[ii] Groepen die door het apartheidsregime werden gediscrimineerd.
[vi] Bron UCT
[vii] Bron UCT
[viii] Alexander Neville (een zwarte Zuid-Afrikaan) was een anti-apartheidsstrijder die van 1964 tot 1974 samen met Nelson Mandela opgesloten zat op Robbeneiland. Bron UCT
[ix] Een indicator die sterk gerelateerd is aan de indicator die je werkelijk wil meten. In dit geval is huidskleur een proxy voor armoede of historische benadeling aangezien het overgrote gedeelte van de arme Zuid-Afrikanen niet-blank zijn.
[x] Ongeveer 450 000 blanke Zuid-Afrikanen, of 10%,  zou in armoede leven.
[xi] Professor André Du Toit van de Universiteit van Cape Town geeft les in de geschiedenis van het politiek denken in Zuid-Afrik en beweert in zijn boek The Next 25 years dat het voornamelijk de kinderen van de welgestelde nieuwe zwarte elite zijn die de voordelen van de affirmative action ondervinden.
[xii] Onder andere Aartsbisschop Desmond Tutut zei ooit: “What is black empowerment when it seems to benefit not the vast majority but an elite that tends to be recycled? “ waarmee hij verwees naar de ANC elite. Bron BBC

Opmerkingen: Ik heb in deze tekst meermaals het begrip "ras" gebruikt. De term veronderstelt dat mensen kunnen worden onderverdeeld op basis van fysieke of genetische kenmerken, een onderverdeling op deze basis heeft echter geen wetenschappelijke grond. Hoewel de term heel beladen is gebruik ik hem omdat in Zuid-Afrika de term nog steeds frequent voorkomt. Daarnaast is de term vrij duidelijk voor iedereen (en zeker duidelijker dan de term "bevolkingsgroepen" welke de Zuid-Afrikaanse overheid gebruikt) en is het ook bijna onmogelijk om over de Zuid-Afrikaanse geschiedenis te praten zonder het woord "ras" te gebruiken. Ik erken echter dat ras geen geschikte term is om naar een specifieke groep mensen te verwijzen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten