zondag 18 november 2012

Visitatie van Jasmien

Twee volle maanden keek ik uit naar 24 oktober, de dag dat Jasmien naar Zuid-Afrika komt. Nog niet definitief, maar voor 11 dagen, een intermezzo in onze lange afstandsrelatie. De week er voor was ik al dolgelukkig dat ze er bijna was, de dag zelf liep ik de hele dag te glunderen. De dag ging traag voorbij, vooral omdat ik de hele tijd naar de klok aan het kijken was, aftellen naar het moment dat ik naar de luchthaven mocht vertrekken. En toen was het eindelijk tijd om te vertrekken. Na vlug een huurauto te gaan oppikken, een minieme Chevrolet Spark, reed ik rechtstreeks naar de luchthaven van Johannesburg, ondanks het feit dat het nog 2 uur zou duren tegen dat het vliegtuig zou landen. Ondertussen moest Jasmien al ergens boven Zuid-Afrika aan het zweven zijn. bijna een volledige dag was ze al onderweg: Frankfurt - Dubai, Dubai - Johannesburg. Daarenboven had ze in Dubai 8 uur tussen de twee vluchten moeten wachten. Productief als ze is heeft ze deze tijd echter gebruikt om Dubai, en dan voornamelijk de hoogste toren ter wereld, te bezoeken. 




De twee uur vlogen voorbij en ik stond ongeduldig te wachten aan de arrival gate. Opeens zag ik veel meer moslims en Aziaten naar buiten komen, en toen wist ik dat de vlucht van Dubai er was. Daar was ze dan, achter een glazen muur sleurend met een koffer waarin de helft van de spullen voor mij waren. Wat was ik blij haar weer te kunnen vasthouden, het was of ze nooit was weggeweest en toch was ik nog nooit zo blij geweest haar terug te zien.


Na elkaar eindelijk te hebben losgelaten van een knuffel, die twee maanden gescheiden leven moest goedmaken liepen we richting de auto en propte we haar koffer in ons autootje. Dit was vooral moeilijk omdat de koffer reeds vol zat met een frigobox vol eten. We gingen namelijk niet rechtstreeks naar Pretoria. Ik had verlof genomen, en ook Jasmien was op vakantie dus ik wou iets bezoeken, iets bezoeken dat ik nog niet had bezocht: Johannesburg. De rit naar het hotel was geen makkelijke opgave. Het was donker, we hadden geen GPS of kaart, enkel een wegbeschrijving van google maps. Daarenboven was de buurt alles behalve even up-market als Waterkloof in Pretoria. Een grote baan met afwisselend grote hangaars, een braak liggend stuk grond of een autogarage. Het voelde allemaal wat vies aan. Daarenboven was Jasmien niet op haar gemak omdat ik links aan het rijden was, iets wat een enorm raar gevoel kan geven omdat je constant denkt dat je op het verkeerde baanvak zit. Na lang zoeken vonden we uiteindelijk ons hotelletje en kwam een heel bewogen dag ten einde. 

De volgende dag stond Johannesburg op het programma. Bij zonlicht leek de buurt al een pak minder guur dan 's avonds, en veel meer op ons gemak volgde we de vage wegbeschrijving van onze hoteleigenaar richting het Apartheidsmuseum. Na veel verkeerd te hebben gereden kwamen we toch uiteindelijk aan, wat geen makkelijke opgave was in het drukke verkeer van deze stad, maar het co-piloteren van Jasmien heeft ons uit de nood geholpen. In het Apartheidsmuseum rondlopen was een rare ervaring. Aan de kassa krijg je een ticket die je onderverdeelt in "Blank" of "Nie-blank", en naargelang je ticket moet je dan ook door een andere ingang gaan. Er hangt een gemengde sfeer in het museum, een sfeer van onderdrukking en wreedheid, maar ook een sfeer van overwinning. Na het Apartheidsmuseum gingen we richting Melville, één van de hippe wijken van Jo'burg. Tweedehandswinkeltjes, coffeeshops, boekenwinkels, trendy caféétjes en een mooie omgeving. De perfecte plaats om te ontsnappen van het drukke Zuid-Afrikaanse verkeer. Eens onze koffie was opgedronken en de lunch verteerd trokken we naar Jo'burg CBD (Central Business District) waar we op de hoogste toren van het Afrikaanse continent stonden. Dit klinkt echter indrukwekkender dan het is, want met zijn 223 meter hoogte is hij nog steeds bijna 100 meter kleiner dan de eiffeltoren. Eens we weer op het gelijkvloers stonden was het al donker aan het worden, en aangezien Johannesburg niet de veiligste stad ter wereld is keerden we terug naar ons hotelletje. De wildste geruchten doen zich de ronde over Jo'burg en de stad voelt ook een pak minder veilig aan dan Pretoria. Het centrum geeft een algemene indruk van vergane glorie, er is niet veel te zien en voelt enorm chaotisch aan.




De volgende dag zagen we dan echter een beter deel van Jo'burg: Sandton, één van de rijkere buurten.  We aten een vlugge brunch op het Nelson Mandela Square, een plein ontwerpen in Italiaanse stijl en met een groot standbeeld van Nelson Mandela op. Net zoals vele pleinen in Zuid-Afrika is dit geen plein zoals wij het in Europa kennen. Het plein is namelijk geen publieke plaats, maar in privé bezit (vaak van de mall die er rond staat). Veel tijd hadden we niet want na de middag moest ik terug in Pretoria zijn. Deze keer niet in Milner Street, maar in Main Street want vandaag verhuisde we eindelijk naar het nieuwe huis. De rest van de dag was voornamelijk gevuld met het uitpakken en opkuisen. 's Avonds gingen we dan uiteindelijk nog naar een Halloween feestje georganiseerd door enkele Duitsers.

Sandton

Alles in de kleine Chevrolet Spark proppen om te verhuizen
Na een eerste nacht in het nieuwe huis te hebben geslapen was het tijd om Jasmiens toekomstige stad te doen ontdekken. Tijdens het weekend hebben we een fietstochtje gemaakt tussen de Jacaranda's en villa's van Waterkloof, tussen de zebra's en giraffen gereden in Groenkloof en gebraaid op het Park Accoustics festival bij het Voortrekkersmonument. Dit alles onder een stralend blauwe hemel. Een heerlijk weekend dus, en ik kijk al uit naar de toekomst wanneer ik elk weekend met Jasmien mag doorbrengen. Op maandag brachten we dan nog een vlug bezoekje aan de toeristische highlights van Pretoria: De Union Buildings en Kerkplein, om haar daarna het shoppingmall fenomeen te tonen in Menlyn Park.

Fietsen tussen de Jacaranda's


Fietsen in Groenkloof



Voortrekkersmonument en Park Accoustics



Union Buildings
Maandagavond besloten we dan om een dagje vroeger naar onze volgende bestemming te vertrekken: Blyde River Canyon, een natuurreservaat rond de ravijn van de Blyde rivier op enkele kilometers van Kruger. Na bijna een hele dag te hebben gereden langs kleine dorpjes en zigzaggende weggetjes kwamen we 's avonds eindelijk aan op onze bestemming. De volgende dag begonnen we met een bezoek aan God's Window: een uitzichtpunt bovenop een berg vanaf waar je helemaal tot aan de grens van Swaziland en Mozambique kunt kijken zo'n 200 km verder. Daarna reden we verder tot Bourke's Potholes waar een waterval recht in de ravijn valt en schitterend rotsformaties heeft gevormd. Daar begonnen we ook een vermoeiende wandeltocht van 5 uur die langs een heel moeilijk pad ging en waar ik een kleine val heb gemaakt. Eens terug aan de auto gingen we zo snel mogelijk naar ons bed want morgen gingen we naar één van de topattracties van Zuid-Afrika: Kruger.

Onze picknick onderweg
Blyde River Canyon


Jasmien tijdens onze hikingtrail naast een termietenhuivel


God's Window


Lisbon falls


Wachtend op het vlees van de braai
Kruger National Park is hoogstwaarschijnlijk één van de beroemdste natuurreservaten ter wereld, en voor goede redenen. Het ligt op de grens met Zimbabwe en Mozambique en beslaat een oppervlakte van bijna 20.000 km², ter vergelijking: dat is iets meer dan de oppervlakte van Wallonië en Luxemburg samen. Het is vooral geliefd door zijn enorme concentratie aan dieren, waaronder ook de Big Five (Leeuw, Luipaard, Olifant, Neushoorn en Buffel). Daarnaast komen er nog allerlei andere dieren in grote getallen voor die je zou associëren met Afrika (zebra's, giraffen, cheetah's, hyena's, gnoe's, antilopes, krokodillen, ...). Het park is daarenboven heel toegankelijk, je kan er overnachten in één van de 25 omheinde kampen of in één van de vele luxueuze private lodges. Via één van de gates kan je zomaar binnen rijden met de auto en een heel goed uitgewerkt wegennetwerk van zowel asfalt- als zandwegen brengen je naar all uithoeken van het park. Het is één van de belangrijkste toeristenattractie in Afrika, maar omdat het zou uitgestrekt is ben je op vele momenten toch volledig alleen op een verlaten weggetje tussen de zebra's en bavianen. Gevaarlijk is het trouwens ook niet. Je wordt verplicht om in de auto te blijven en de roofdieren zien de auto als één groot dier, enkel de olifanten en nijlpaarden kunnen in feite gevaarlijk zijn.


Op de ochtend dat we opstonden om naar Kruger te gaan was vroeg, koud en donker. We hadden ons voorgenomen om rond 5u30 bij de poorten van Kruger te staan. De meeste dieren zijn het actiefst 's ochtends of bij valavond, dus het zou een zonde zijn om te laat te beginnen. Er lag ons echter nog een rit van 80 km voor de boeg. Onder de langzaam opkomende zon reden we langs de verlaten banen, af en toe passeerde we de zwarte tuinman of kuisvrouw die al te voet op weg was naar zijn werk, voor de rest geen levende ziel. Maar aan de poorten was het al druk, heel druk. De tourbussen waren nog aan het wachten op de laatste laatkomers, terwijl reeds een rij auto's aan de poorten stond aan te schuiven. Iedereen moest zijn koffer open doen, frigobox werd gecontroleerd, achterbank geïnspecteerd. Toen ik de bewaker vroeg waarom dit nodig was antwoordde hij in het Afrikaans: "Geen troeteldiere toegelaat" ... Geen huisdieren dus.  We gingen binnen in één van de zuidelijkere poorten en zouden zo naar het noorden rijden richting ons restcamp: Olifants Restcamp. Het zuiden is in het algemeen het makkelijkst bereikbaar vanaf Johannesburg/Pretoria en kent de hoogste concentratie dieren, hierdoor is het ook het meest bezochte gedeelte. Deze twee aspecten mochten we direct ondervinden. Tijdens ons eerste uur in Kruger zagen we meer dieren dan eender welk uur in de volgende twee dagen, maar we zagen ook het grootste aantal tourbussen. Langzaam verlieten we het toeristische gedeelte via een klein zandweggetje waarop onze kleine Chevrolet Spark zwaar moest afzien. 's Avonds kwamen we toe in Olifants Restcamp, een restcamp bovenop een berg met een schitterend uitzicht op de Olifantsrivier. De volgende dag reden we weer een hele dag rond en keken we naar de wilde dieren, daarenboven deden we 's ochtends een bushwalk (een wandeling in de natuur met twee rangers) en 's avonds een nightdrive (een ritje 's nachts in het park om de nachtdieren te zien). Twee dagen in Kruger was werkelijk wonderlijk. De hele tijd rondrijden en zoeken naar dieren kan enorm eentonig worden, maar dan opeens zie je een olifant of een groep bavianen en dat maakt alles de moeite waard. Je kan enorm dicht bij sommige dieren komen en we hebben er dan ook enorm veel gezien, jammer genoeg wel geen katachtige (leeuw, luipaard of cheetah), maar dan hebben we reden om terug te keren. Hieronder stel ik wat foto's van alle dieren de we hebben gezien.

Een hele hoop tourbussen die stoppen voor een giraf
Onze Chebrolet Spark naast enkele andere auto's die in Kruger reden.
Het uitzicht vanuit het Olifants Restcamp





Op de brug over de Olifantsrivier


Ik aan het braaien bij onze slaapplek

 







De Marabou Stork. Een aasvogel, en één van de leden van de zogenaamde Ugly Five (Marabou Stork, Spotted Hyena, Gnoe, Wrattenzwijn en Gier)  
De gevlekte hyena
Deze jongens vonden onze auto iets te interessant, na hem eerst volledig te besnuffelen begonnen ze er in te bijten ...



Gnoe



Wrattenzwijn

Gieren die een olfiantenkarkas aan het kaalvreten zijn


Impala's. Ongetwijfeld de meest voorkomende dieren in het Kruger Park, achter elke hoek kwam je er wel één tegen.


Baviaan

Waterbok
Kudu




Deze blauwaap probeerde op de laatste ochtend ons ontbijt te stelen in het kamp
Secretary Bird
Steenbok

Lepelaar 
Nijlpaarden in het water


Puff adder, hier hadden we bijna op gestapt tijdens onze bushwalk
Na 2 volle dagen Kruger keerden we met spijt in het hart terug naar Pretoria, niet enkel omdat Kruger zo'n schitterende ervaring was, maar ook omdat onze tijd samen er bijna op zat. Het was een enorm mooie vakantie geweest en ik ben ervan overtuigd dat Jasmien het hier ook heel hard naar haar zin heeft gehad. Vooral dat laatste was voor mij belangrijk. Voor Jasmien was dit een soort van generale repetitie. Eind januari zal ik haar weer gaan ophalen in de luchthaven. Deze keer niet met vakantie-koffers, maar met verhuiskoffers. Na onze geslaagde vakantie ziet ze het hopelijk dan ook volledig zitten om naar hier te komen, en ik kijk er natuurlijk super hard naar uit om haar weer te zien.