donderdag 21 maart 2013

Apartheidsmusiek in die Antwerpse Lotto Arena

Het is een jaarlijks terugkerend item in het nieuws: het Vlaams Nationaal Zangfeest. Een activiteit van de Vlaamsgezinde zuil en op zich een vrij onschuldige activiteit. Jaarlijks zakken zo’n 5 000 mensen af naar de Lotto Arena in Antwerpen[i] om daar samen Nederlandstalige liedjes te zingen. De naam alleen al suggereert ook een politieke agenda, de Vlaamse verzuchtingen komen dan ook steeds aan bod, op zich nog steeds niets mis mee.



Elke editie wordt ook afgesloten met het volkslied van Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika: Het Wilhelmus, De Vlaamse Leeuw en Nkosi Sikelel' iAfrika… Ok, dat laatste klopt niet, het huidige Zuid-Afrikaanse volkslied wordt niet gezongen. Elk jaar, wordt Die Stem van Suid-Afrika gezongen[ii], het volkslied van tijdens de apartheidsjaren:


Uit die blou van onse hemel, uit die diepte van ons see,
Oor ons ewige gebergtes waar die kranse antwoord gee.
Deur ons ver-verlate vlaktes met die kreun van ossewa —
Ruis die stem van ons geliefde, van ons land Suid-Afrika.

Ons sal antwoord op jou roepstem, ons sal offer wat jy vra:
Ons sal lewe, ons sal sterwe - ons vir jou, Suid-Afrika.[iii]

Opnieuw, op zich niets mis met de tekst, heel vaderlandslievend zoals een volkslied zou moeten zijn en het verwijst op geen enkele manier naar de waarden van het apartheidsregime. Maar met de tekst van het huidige Noord-Koreaanse Volkslied is op zich ook niets mis, maar geen kat die er aan zou denken om het te zingen… en maar goed ook. Andere algemeen aanvaarde volksliederen bezitten daarentegen soms heel bedenkelijke teksten (denk maar aan La Marseillaise dat begint met: Hoort ge in de velden het loeien van die vreselijke soldaten? Zij naderen tot in uw armen om uw zonen en echtgenoten te kelen[iv]). Een volkslied draait dus duidelijk niet enkel om de tekst die er in staat, maar ook om de reputatie van het land dat het bezingt.

Vanzelfsprekend heeft een nationaal volkslied in het Afrikaans een belangrijkere ideologische invloed dan een volkslied in het Koreaans voor de Vlaamse beweging. De linguïstische nabijheid van het Nederlands en het Afrikaans zorgt voor een natuurlijke band tussen de twee taalgroepen. Volgens de huidige voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ), de organisatie achter het Vlaams Nationaal Zangfeest, is de aanwezigheid van Die Stem van Suid-Afrika in het repertoire ‘niet meer of minder dan de uiting van een taal-culturele verbondenheid met de Afrikaners’[v]. Daarnaast zou men kunnen zeggen dat het zingen van Die Stem nog steeds aanvaardbaar is, aangezien het in de geest van Mandela’s vergevingspolitiek nooit verworpen is geweest, maar verwerkt werd in het huidige volkslied Nkosi Sikelel' iAfrika, een volkslied in vijf talen: Xhosa, Zulu, Sesotho, Afrikaans en Engels. Maar waarom dan nog Die Stem zingen in de naam van culturele verbondenheid? De Afrikaners zijn vandaag de dag volwaardige burgers in de multiraciale Zuid-Afrikaanse samenleving, hun volkslied is dan ook Nkosi Sikelel’ iAfrika … niet Die Stem van Suid-Afrika. De enige Afrikaners die je vandaag Die Stem hoort zingen zijn de volgende:



Eugène Terre'Blanche
Dit zijn aanhangers van de Afrikaner Weerstandsbeweging die twee jaar geleden op de begrafenis van hun vermoorde leider Eugène Terre’Blanche Die Stem als hulde zongen. Terre'Blanche was een verwerpelijke man die tot de dag van zijn dood fanatiek het apartheidsbeleid en de suprematie van de Afrikaners over de zwarten bleef verdedigen. De gemiddelde Afrikaner krijgt rillingen over zijn rug van zulke beelden. Die Stem van Suid-Afrika maakt vandaag geen deel meer uit van de Afrikaner cultuur, Afrikaners leven vandaag welwillend in een multiraciale samenleving, en zingen over deze samenleving in vijf talen.

(Nkosi Sikelel’ iAfrika gezongen voor een Rugby wedstrijd in 2011. Rugby is een sport die overwegend geliefd is onder de Afrikaner bevolking)

Die Stem van Suid-Afrika heeft dus maar weinig meer te maken met de Afrikaners van vandaag. Waarom kiest het Vlaams Nationaal Zangfeest er dan toch nog steeds elk jaar voor om dit lied te zingen? Dit is niet het lied van het multiraciale Zuid-Afrika van vandaag, het bezingt het Zuid-Afrika onder het apartheidsregime. Het bezingt een land waar een kleine minderheid de meerderheid onderdrukte, waar de staat erkende dat er tweederangsburgers waren, waar de wet niet gelijk gold voor iedereen en waar dit alles werd verkocht als de wil van god. Het is ook pijnlijk dat de Vlaamse beweging zo’n lied zingt terwijl vanuit hun rangen we ook vaak klachten horen over de “Belgische Apartheidsstaat”[vi]. Langs de andere kant komen er soms uit dezelfde rangen soms zulke uitspraken:


Dat was ex-Vlaams Belang voorzitter Bruno Valkenier. Pittig detail: Bruno Valkeniers was ooit voorzitter van het ANZ, de organisatie achter het Vlaams Nationaal Zangfeest[vii]. Een andere link tussen het apartheidsregime en de Vlaamse beweging  was het bestaan van de Protea lobbygroep die na 1994 een stille dood stierf. Deze lobbygroep werd één van ’s werelds belangrijkste pro-apartheid lobby groepen en kende een sterke verankering in de Vlaamse beweging. De oom van Bruno Valkeniers, Jef Valkeniers (Volksunie/VLD) was stichtend lid, net zoals Karel Dillen (Vlaams Blok), Wim Jorissen (Volksunie) en Bob Maes (Vlaams Militante Orde/Volksunie/N-VA)[viii].

Foto van ANZ website

Het is duidelijk dat de Vlaamse beweging en apartheid een moeilijke relatie hebben. Langs de ene kant voelen deze Vlamingen zich gevangen in een apartheidssysteem, langs de andere kant kennen hun voorgangers soms nauwe banden met bepleiters van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De huidige Vlaamse beweging beschuldigen van pro-apartheidssentimenten zou echter incorrect zijn. Meer zelfs, de huidige pro-apartheidslobby is zonder twijfel slechts een heel kleine en marginale groep (als ze al bestaat) binnen de Vlaamse beweging. Het zou daarom ook een onjuiste conclusie zijn om het Vlaams Nationaal Zangfeest te bestempelen met een verborgen apartheidsagenda. Maar waarom zingen 5 000 mensen dan nog steeds elk jaar uit volle borst Die Stem van Suid-Afrika? Ik zou het niet weten. Misschien omdat he zo’n mooie tekst is? Maar zoals gezegd bezingt een volkslied veel meer dan enkel de woorden waaruit het bestaat. Trouwens, waarom dan niet het Surinaamse volkslied zingen? Dat is ook best mooi. Wordt het dan eerder jaarlijks gezongen om de culturele verbondenheid te benadrukken? Maar geen doordeweekse Afrikaner zou het echter in zijn hoofd halen om het zelf maar te mompelen. Het is een lied verbonden aan een heel donkere pagina in de Afrikaner geschiedenis, en hoewel het lied zeker niet wordt verdoemd, wordt het hier niet meer gezongen. Als de Vlaamse beweging zich dan toch cultureel wil verbinden met de Afrikaners doe het dan met liedjes die vandaag door Afrikaners worden gezongen. Mijn voorstel: Cooler as Ekke van Jack Parrow, want laten we eerlijk zijn: we zouden allemaal geld betalen om “Jy dink jy is cooler as ekke, want jy het ‘n tattoo van ‘n slang op jou tette” te horen uit de mond van de mensen op onderstaande foto[ix].




Voor ik vertrok las ik “Verhalen van een Vervelling” door Bart Pennewaert, een Belgische diplomaat die in Pretoria verbleef. Een heel goed boek, zeker als je als Belg naar Zuid-Afrika verhuist, daarnaas geeft het ook een mooi overzicht van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. In het boek beschreef hij onder andere het verhaal van een Namibische kennis (Namibië ooit onderdeel van Zuid-Afrika, met ook een apartheidsverleden) die ooit een tijd lang in een gastgezin in Vlaanderen had gewoond. Het gastgezin was vrij Vlaamsgezind en namen hem mee naar het Vlaams Nationaal Zangfeest. Tegen het einde van het spektakel moest hij echter naar buiten gaan, hij vond het ongelofelijk dat het oude Zuid-Afrikaanse volkslied werd gezongen.





[i] Voor 2009 werd het in het Sportpaleis georganiseerd, maar men diende te verhuizen door het dalende aantal deelnemers.
[ii] Zie het programma van het Nationale Zangfeest: 
[iii] Dit is niet het volledige lied, slechts het gedeelte dat meestal wordt gezongen.
[iv] Een ander voorbeeld zou de Vlaamse Leeuw kunnen zijn waar het laatste vers nogal bedenkelijk is. Maar deze wordt zelden of nooit gezongen, dus misschien zou dat geen eerlijk voorbeeld zijn:
Het wraaksein is gegeven, hij [de Vlaamse Leeuw] is hun tergen moe;
Met vuur in 't oog, met woede springt hij den vijand toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op 's vijands trillend lijk.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
[vii] Als reactie op dit filmpje zei hij ook dit nog: “Ik had natuurlijk ook kunnen liegen, maar daar ben ik de man niet naar. Wie graaft in mijn verleden, zal ontdekken dat ik als student, ten tijde van de apartheid, altijd een voorstander geweest ben van Zuid-Afrika. Het systeem van de gescheiden ontwikkeling (een wettelijk geregelde aparte behandeling van de blanke en de zwarte Zuid-Afrikanen, red.) leek mij in die contreien het meest geschikte. Als je toentertijd Zuid-Afrika vergeleek met de andere Afrikaanse staten, kan je me moeilijk ongelijk geven.” Bron

vrijdag 15 maart 2013

Suid-Afrika: Baie meer as velkleur en sente


De cultuurshok van Zuid-Afrika bestond voor mij voornamelijk uit twee aspecten: 1) De enorme kloof tussen arm en rijk; en 2) De raciale kloof in de samenleving. Daarenboven zijn deze twee aspecten enorm hard met elkaar verbonden: ongelijkheid heeft hier een kleur, en dat is het gevolg van de raciale kloof die het apartheidsregime heeft geslaan. Elke dag opnieuw kom ik er mee in aanraking en daarom heb ik er ondertussen ook al drie blogs over geschreven (zie Ons is die 1%,  Gelijk maar geskei en Die Rainbow Elite). Maar ik denk dat het nu wel genoeg is geweest. Dit land is veel meer dan enkel ongelijkheid en raciale spanningen, en daarom ga ik stoppen met er over te praten ... of toch niet helemaal: ik denk dat het onmogelijk zal zijn om het onderwerp te ontwijken aangezien het elk aspect van de Zuid-Afrikaanse samenleving bevlekt. Ik zal gewoon mijn best doen om er geen volledige blog meer aan te wijden.

Voor ik echter een punt zet achter deze tekst wil ik eerst nog een paar dingen verduidelijken rond het thema van raciale ongelijkheid in Zuid-Afrika. Ten eerste ga ik iets verduidelijken dat ik eigenlijk reeds eerder had moeten doen: hoe is de Zuid-Afrikaanse bevolking verdeeld? De grafiek hieronder toont in de buitenste cirkel de samenstelling van de bevolking volgens bevolkingsgroepen, de binnenste toont hoeveel procent van het nationale inkomen in bezit is van de verschillende bevolkingsgroepen. De Zuid-Afrikaanse bevolking is overwegend zwart (79%), blanken en coloureds (noch blank, noch zwart) zorgen elk voor ongeveer 9% van de bevolking, de Indiërs (3%) vervolledigen de cirkel. De blanken bezitten echter 41% van de nationale rijkdom, bijna vijf keer zo veel als hun demografisch aandeel. De zwarten daarentegen bezitten slechts 44% van het nationaal inkomen, een groter aandeel dan het aandeel van de blanken, maar wel een aandeel dat moet verspreid worden over een veel grotere bevolking.


In mijn blog sprak ik ook over elites. Zuid-Afrika is één van de meest ongelijke landen op het vlak van inkomensverdeling in de wereld. Dit heeft dus ook als gevolg dat een heel klein aandeel van de bevolking een groot deel van het nationale inkomen in handen heeft. Kijken we naar de rijkste 10% van de bevolking dan zien we dat zij genieten van 51% van het inkomen (zie data in Ons is die 1%). Splitsen we deze 10% op in bevolkingsgroepen dan zien we dat 3% van de 10% zwart is, 6%  is blank. Deze 3% zwarten verdien ongeveer 15% van het nationale inkomen, de blanken verdienen bijna 32%. Het merendeel van de blanke bevolking zit dan ook comfortabel in de rijkste 10%, de rest zit voornamelijk in de op één na hoogste 10%. Bij de zwarten is het net omgekeerd, de zwarten bevinden zich voornamelijk bij de minst verdienende inkomens. Toch is één klein groepje stinkend rijk kunnen worden sinds het einde van Apartheid. Zoals ik eindigde in mijn voorlaatste blog lijkt het alsof enkel de nationale elite is gekleurd, armoede daarentegen is nog steeds voornamelijk zwart.   


Aan de basis van deze blanke elite liggen voornamelijk historische reden. Generaties blanken waren in staat om zowel het land als de bevolking tot de laatste cent uit te wringen. Ze bouwde een enorm rijke samenleving, maar wel op de rug van een onderdrukte bevolking. Dankzij de wettelijke gelijkstelling van blank en zwart zijn meer en meer zwarten komen plaatsnemen in deze elite. Ik beargumenteerde hier voor al dat een belangrijk groep zwarten zich voornamelijk kon rijk maken via het Black Economic Empowerment (BEE) beleid. Hierdoor werden bedrijven verplicht in hun raden van bestuur en management zwarten op te nemen. Veel van deze postjes kwamen terecht bij hooggeplaatste ANC militanten, en in plaats van een zwart ondernemersklasse te creëren, ontsond er een politieke klasse die ook economisch de touwtjes in handen had. Persoonlijk ben ik nog steeds overtuigd dat dit het geval is, hoewel ik misschien in mijn blogs iets te scherp was voor het Black Economic Empowerment. Ten eerste zijn er ook niet-ANC’ers die genieten van BEE, het beleid beoogt een niet-raciale economie en tracht generaties van raciale uitsluiting ongedaan te maken. Ik vind het echter jammer dat zoiets moet gebeuren door nieuwe raciale wetgeving in te voeren. Het BEE bevoordeelt mensen op basis van hun huidskleur, niet op basis van hun noden.

Langs de andere kant staan beleidsmakers niet voor een makkelijke opdracht. Ongelijkheid gaat niet enkel om wie welk deel van de welvaart heeft, maar ook over de ongelijkheid in welzijn. Onderstaande tabel toont de ongelijkheid tussen de twee voornaamste bevolkingsgroepen. Het is overduidelijk dat de zwarten gemiddeld gezien er veel slechter voor staan dan de blanken. Omdat de kloof tussen rijk en arm zo gekleurd is, en je op straat dus ook onmiddellijk kan zien wie aan welke kant van de kloof staat, is het dus nog noodzakelijker om deze situatie recht te zetten, en liefst zo snel mogelijk. De onderhuidse spanningen die nog steeds aanwezig zijn van het apartheidsregime en de teleurstelling in de geboekte vooruitgang sinds de bevrijding maken een explosieve cocktail die zou kunnen ontploffen in de vorm van niet enkele een klassenstrijd, maar een raciale klassenstrijd. De angst dat zo’n bloederige burgeroorlog zou uitbreken was reëel tijdens de laatste apartheidsjaren, maar is sindsdien nooit volledig weg geweest. 

Zwart
Blank
Werkloosheidsgraad
35,0%
6,0%
Is niet naar school gegaan
10,5%
0,6%
Heeft universitair diploma
8,5%
37,4%
Woont in bakstenen huis
68,0%
95,8%
Woont in een golfplaten huis
16,4%
0,4%
Geen toegang tot water
10,9%
0,7%
Geen toegang tot elektriciteit
18,6%
1,0%
Heeft geen spoeltoilet
49,3%
0,9%
Geen afval ophaling
40,9%
6,2%
Heeft een ijskast
62,0%
98,2%
Heeft een televisie
69,8%
95,2%
Heeft een radio
64,8%
85,7%
Heeft een computer
12,9%
70,2%
Heeft toegang tot internet
29,4%
70,4%
Heeft HIV/AIDS
13,6%
0,3%
Bron: South African Census 2011

Beleidsmakers kunnen dus niet onverschillig blijven ten opzichte van de raciale ongelijkheid in hun land, en daarom kozen ze ervoor raciale wetgevingen in te voeren, zelf al vochten ze 20 jaar geleden nog voor de afschaffing van gelijkaardige wetten. Uit de cijfers blijkt echter dat de gewenste resultaten heel teleurstellend zijn, zeker voor de bredere bevolking. Gelijkheid is cruciaal om de sociale vrede te behouden, maar voorlopig blijkt het beleid weinig effectief voor de zwarte bevolking en discriminerend ten opzicht van de blanken. 

Alle cijfers komen uit de Zuid-Afrikaanse Census 2011 en the National Income Dynamics.



woensdag 6 maart 2013

Sorry voor mijn afwezigheid oma

Hoewel er al even iets in de pijplijn zit om te posten heb ik hier al even niets meer gepost. De reden hiervoor is tweeledig: Ten eerste is Jasmien hier toegekomen in Zuid-Afrika, en ze is hier om te blijven. Vanzelfsprekend ben ik enorm gelukkig dat ze hier is en heb ik dus al even niet meer omgekeken naar mijn blog. Mijn tweede reden is iets minder vrolijk. Mijn grootmoeder langs vaders kant is twee weken geleden heel plots overleden. Niemand had het zien aankomen en het gebeurde allemaal heel snel. Sinds ik voor het eerst naar Bolivia vertrok las ze al elke blog die ik schreef enorm grondig, het matigde haar ongerustheid telkens en zo had ze toch een beetje het gevoel dat ik weer wat dichter bij haar was. Mijn oma was mijn trouwste bloglezer.

Of het nu Bolivia, Portugal of Zuid-Afrika was, telkens was mijn oma enorm ongerust. Telkens zag ze me met pijn in het hart vertrekken en telkens telde ze af naar mijn terugkomst. Het moet haar veel pijn hebben gedaan dat ik er zo vaak niet was. Maar nooit vroeg ze me om thuis te blijven, nooit hield ze me tegen, altijd steunde ze mijn keuzes volledig. Want als ze één iets belangrijker vond dan haar eigen geluk was het wel dat van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ze wist dat ik telkens met heel veel gulzigheid uitkeek naar mijn tijd in het buitenland, dat ik nieuwe plaatsen wou ontdekken, nieuwe avonturen wou beleven. Eerst besefte ik het niet hoe hard mijn oma afzag van mijn afwezigheid. Langzaam kwam het besef. Daarom keerde ik op 1 november 2009 terug van Portugal als verjaardagsverrassing, daarom stuurde ik als maar meer en meer kaartjes, daarom gaf ik hier zo veel geld uit aan belkrediet zodat ik ongelimiteerd met haar kon praten. Onder meer dankzij mijn oma heb ik een gelukkige en zorgeloze kindertijd achter de rug. Een kindertijd gevuld met mooie herinneringen, veel liefde en warmte. Als ik nu echter terugdenk aan mijn oma komen jammer genoeg niet deze herinneringen naar boven, maar zie ik telkens de beelden van ons afscheid in september. Ik beschreef dat afscheid in een tekstje die mijn zus Fien op de begrafenis heeft voorgelezen:

"Op mijn laatste dag in België kwam ik bij je op bezoek. We aten overheerlijke zelfgemaakte boulle de Berlins en dronken koffie uit dezelfde witten tassen als waar we als kind ooit warme melk uit dronken. Daar zaten we dan in jouw huis, de bakermat van onze familie, te praten over ik-weet-niet-meer-wat. En toen was de tijd er om afscheid te nemen. Noch jij, noch ik wouden dat dit moment ooit kwam, maar we wisten dat de tijd gekomen was. Je sloot me in je armen en nog één keer voelde ik de warmte en veiligheid die ik als klein kind voelde toen ik bij jou was. Mijn gedachte vulde zich met al de herinneringen van een gelukzalige kindertijd en ik keek al uit naar mijn volgende terugkomst. Dan zou jij me weer staan opwachten, met een trotse en liefdevolle blik in je ogen, glunderend omdat  ik weer veilig onder je vleugels zat samen met al je andere kleinkinderen. Maar toen je me losliet zag ik echter niet die trotse en glunderende oma, ik zag een diep droevige vrouw. Met tranen in je ogen zei je tegen mij: ik hoop dat ik je nog terug zie … Met een krop in de keel lachte ik het wat weg. Je overdreef. Ik en iedereen rond me was er zeker van: Je had nog minstens 10 jaar voor de boeg. We zouden je 100ste verjaardag nog vieren. Geen haar op mijn hoofd dat dacht dat dit de laatste knuffel van mijn lieve oma zou zijn. Geen haar op mijn hoofd dat dacht: dit is het definitieve afscheid. Maar jij wist precies beter.

Sorry voor mijn afwezigheid Oma, ik dacht dat we meer tijd hadden."

Het doet me pijn dat ik er niet was tijdens haar laatste momenten. Tijdens mijn verblijven in het buitenland heb ik het vaak moeilijk gehad door heimwee, cultuurshocken en om nog vele andere redenen, maar nooit heb ik het moeilijker gehad, nooit heb ik me verder van huis gevoeld, nooit heb ik liever thuis willen zijn dan die dag dat ik het nieuws ontving. België was nooit veel veranderd tijdens mijn afwezigheid, dat zal nu anders zijn. 

Bedankt oma voor je onvoorwaardelijke steun en liefde. Bedankt voor een mooie kindertijd en je trotse blik waarmee je naar ons keek. Sorry dat ik er niet altijd was, bedankt om mij mijn vleugels te laten strekken. Bedankt oma, ik mis je.