dinsdag 23 oktober 2012

Ons is die 1%

Zuid-Afrika wordt vaak als één van de lichtpuntjes gezien in Sub-Sahara Afrika, maar eigenlijk zegt dit meer over het Afrikaanse continent. Bijna 26 miljoen Zuid-Afrikanen leven onder de armoedegrens1, dat is ongeveer 57% van de bevolking. Één derde van de bevolking moet rondkomen met minder dan $2 per dag. Daarenboven moet bijna een vijfde van de bevolking leven met HIV/AIDS, waaronder 330 000 kinderen jonger dan 4 jaar oud. De gemiddelde levensverwachting hier is slechts 52 jaar, lager dan landen zoals Uganda, Burkina Faso, Rwanda, Liberia, Ethiopië, Senegal en Sudan. Corruptie, TBC, criminaliteit, ondervoeding, gebrek aan water, slechte gezondheidszorg, … Ook Zuid-Afrika lijdt aan onderontwikkeling. 




Maar in alle eerlijkheid: Daar heb ik nog maar weinig van gemerkt. In tegenstelling tot mijn ervaring in Bolivia waar de straatkinderen me elke dag aanspraken en de golfplatenhuisjes op 30m van mijn huis stonden, word ik er hier niet elke dag met mijn gezicht in geduwd. Vrijdag verhuis ik eindelijk naar een huis in Waterkloof. een up-market buitenwijk van Pretoria waar het leven best comfortabel kan zijn. Hier zie je de problemen van Zuid-Afrika niet. Niet één van de 12 000 ontslagen mijnwerkers woont in Waterkloof.



Waterkloof, samen met enkele andere buurten zoals Groenkloof of Muckleneuk, schittert zeker in deze tijd van het jaar: de regen van september deed het gras weer groen worden, de plantjes groeien en de bloemen bloeien. Op een zonnige zondag moeten de families van Waterkloof zich enkel zorgen maken over het vlees dat op de braai (BBQ) ligt.  De muren, camera's, elektrische hekken en automatische poorten zorgen ervoor dat geen ongenodigde gasten hun weg naar binnen vinden, de bewakers op straat zorgen er vakkundig voor dat ze zelf niet eens in de buurt kunnen komen. Op sommige plekken is de geur van brandend houtskool zo overweldigend dat je de bloeiende Jacaranda bomen die de straten flankeren bijna niet meer kan ruiken.

Een muur kan nogal saai en eentonig zijn daarom fleuren velen hun muren wat op: bloemen, geschilderde huisnummers, lantaarns en soms ook heuse "fresco's". 
Elke muur is echter altijd versierd met één van deze borden. Dit toont dat wanneer het alarm thuis afgaat of de panic button wordt ingedrukt binnen enkele minuten een "armed unit" aanwezig zal zijn.





 

Niemand wandelt hier echter op straat tussen de paarse jacaranda's. Of toch niemand die hier woont, want in de late namiddag ziet het hier soms zwart van het volk. Letterlijk dan, want om 4 uur zit de dag van de kuisvrouwen en tuinmannen  er weer op. Ze verzameling zich op de hoek en wachten op één van de busjes met hun township als bestemming.






Enkele van de kleine paleizen in Waterkloof
Hier en daar zie je op zondag dan nog de jogger of de coureur op een peperdure koersfiets. En dan is er ook nog de eenzame auto die door de straten vlamt. Tijdens de week is hij hier heer en meester, maar zondag is voor de meeste onder hen ook een rustdag. Dan staan ze daar achter de hekken, modellen die in de rest van Afrika enkel kunnen worden veroorloofd door Presidenten van valse democratieën. De eenzame auto keert meestal terug van een lunch in één van de grote shoppingmalls, shoppingmalls waar de makers van Uplace jaloers op zouden zijn. Grote complexen, weg van de brandende zon, koel dankzij de airco. Uitnodigend en vrije ingang voor iedereen die wilt uitgeven. Parfum uit Parijs, T-shirts uit Bangladesh en schoenen uit Italië. Griekse Feta, Italiaanse Mascarpone en Zuid-Afrikaanse Biltong. Een iPad, iPod, Macbook of toch liever Microsoft en Samsung. Alles kan je er krijgen. En wat nog beter is: weer staan er grote muren en bewakers, zodat de bedelaars op de oprit het niet in hun hoofd halen om binnen te komen. Een groot gebouw dat publiek oogt maar onder leiding staat van globale merken en hun investeerders.


Menlyn Park één van de grootste shopping malls. Dit is één van de 3 hallen in het gebouw.



Eenmaal het shoppen en lunchen voorbij is keren ze terug naar hun eigen ommuurde paleis. Van gouden kooi naar gouden kooi, zo reist de Zuid-Afrikaanse elite. Ze zijn echter niet blind, onderweg zien ze door welke mensonwaardige omstandigheden hun land wordt geteisterd. Sommige trekken hun neus op en zijn er nog steeds van overtuigd dat het 20 jaar geleden beter was. De meeste weten echter dat het altijd al zo geweest is. Een "vrije" media zorgt ervoor dat er geen deksel meer op een doofpot kan worden gehouden. De onderontwikkeling van Zuid-Afrika wordt dagelijks breed uitgesmeerd op televisie en in de kranten. En toch ervaart de welgestelde Zuid-Afrikaan bitter weinig. De rassenscheiding mag dan wel al twee decennia voorbij zijn, de kloof tussen arm en rijk is er niet door gedicht. Meer zelfs: Zuid-Afrika is nog steeds één van de meest ongelijke landen ter wereld. Het land komt samen met zijn buurland Namibië telkens voor in de top 3 van landen met de hoogste Gini-index (een maatstaf voor inkomensongelijkheid, hoe hoger hoe ongelijker). De armste 50% van de bevolking nog geen 10% van het hele nationale inkomen bezit, krijgt de rijkste 10% meer dan 50% van de taart. En deze ongelijkheid zie je. De straten worden hier overspoeld met reclame voor de duurste gadgets, de shopping malls staan vol met de duurste spullen, de autoverkopers smeren je hier de nieuwste modellen aan en de restaurants kunnen je hier de meest gepeperde rekening voorschotelen. Voor de bovenste laag is dit een consumptiemaatschappij zoals geen andere, maar nog steeds een ontwikkelingsland voor een overgroot deel van het land. Wie zou er niet overschakelen op diefstal als je ogen dagelijks worden uitgestoken door deze onbetaalbare luxes?
De verdeling van inkomen in Zuid-Afrika. Van links naar rechts zijn de armste tot rijkste 10% van de bevolking. De blauwe balk duidt aan hoeveel % van het nationaal inkomen wordt verdiend door elke inkomenscategorie, de rode balk duidt de uitgaven aan. 
Dit is de maatschappij waar ik vandaag in leef. Elke dag opnieuw zie ik het. Een kuisvrouwen die reeds om 5 uur hebben moeten opstaan om hier om 8 uur mijn bed op te maken. De barman die mij een pintje geeft ter waarde van een halve avond werk. Een kassierster die een jongen van 24 meer boodschappen ziet betalen dan zij kan kopen voor haar gezin. De bedelaar op de hoek van de straat die minder heeft om de maand door te komen dan dat ik los geld in mijn broekzak heb. Ik heb het er soms echt moeilijk  mee. Een gevoel van schaamte overkomt me wel eens na het gebruiken van mijn kredietkaart. Maar hoor mij nu klagen. Ik heb niet te klagen, want vergis u niet: ook ik behoor hier tot de bovenste 10%.


1 De armoedegrens ligt op R320 per lid van het huishouden, dit is ongeveer €30.  

vrijdag 12 oktober 2012

"Ons vir Jou, Suid-Afrika" ... 'n simbool van vryheid of onderdrukking?


Het Zuid-Afrika van vandaag en haar geschiedenis hebben een moeilijke verhouding. De aanwezigheid van zo veel verschillende groepen, met elk hun eigen triomfen en zwarte pagina's in hun geschiedenis zorgt ervoor dat het enorm moeilijk is om een objectief verhaal te vertellen. Dit weekend heb ik voor het eerst kennis gemaakt met een deel van dit moeilijk verleden, en dit op de punt van een heuvel 3 km ten zuiden van het stadscentrum. Vanaf daar kijkt een massieve blok over Pretoria: Het Voortrekkersmonument.  In het midden van dit 40 meter hoge gebouw staat een tombe met daarop Ons vir Jou, Suid-Afrika. Het monument staat er ter ere van een sleutelmoment in de Zuid-Afrikaanse geschiedenis, namelijk De Grote Trek. Dit gebouw geeft me dan ook direct een aanleiding om te schrijven over het verleden van Zuid-Afrika, of toch tenminste een deel er van.


Een vroegste geschiedenis van Zuid-Afrika begint ongeveer 3 miljoen jaar geleden met de mensachtigen die in deze regio leefden (zie mijn blog over de The Cradle of Humankind),  om dan uiteindelijk uit te breiden over de immigratie van de Bantu-stammen (500 V.C.) uit het noorden. Ik wil jullie echter niet om de oren slaan met duizelingwekkende jaartallen en ingewikkelde stamnamen, daarom lijkt het me aangeraden om te beginnen bij de oprichting van Kaapstad, een stad die zonder twijfel aan de bakermat ligt van het moderne Zuid-Afrika.


Kaapstad, op het zuidelijke puntje van het Afrikaanse continent, ligt strategische gezien ideaal op de handelsroute richting India, toch had er een eeuw na de ontdekking door de Portugezen zelden een Europeaan voet aan wal gezet. Maar lang zou het niet meer duren, en net zoals je vandaag overal op reis Hollanders tegenkomt zou je dat in 1652 in Kaapstad ook hebben gedaan. De Vereenigde Oost-Indische Compagnie gaf Nederlander Jan Van Riebeeck namelijk de opdracht er een bevoorradingspost op te richten. Geen kolonie dus, eerder een soort tankstation op weg naar de specerijen van India. De Khoikhoi die reeds op de Kaap woonden zagen er initieel geen graten in, want door handel te drijven met de Nederlanders hadden zij nu toegang tot nieuwe producten. Maar de handelspost diende uit te breiden moest ze niet meer afhankelijk willen zijn van Nederlandse leveringen, dus werden Nederlandse (en ook Duitse) burgers aangemoedigd om een stuk land te komen bewerken op dit stukje Nederland ver van de Amsterdam. Deze toevloed aan burgers die elk een stuk land bewerkte leidde er echter toe dat de Khoikhoi langzaam van hun land werden gedreven, iets wat ze niet zonder slag of stoot lieten gebeuren, maar door de geïmporteerde Europese ziektes en hun inferieure wapens was hun verzet onbegonnen werk. Uit noodzaak gingen velen van hun dan zelf gaan werken op de Nederlandse boerderijen, waar hun status niet veel verschilde van die van de aanwezige Indonesische slaven. Om verdere spanningen tussen de Khoikhoi en Europeanen te vermijden werden de leefzones strikt van elkaar gescheiden, zie hier het begin van de apartheid.

De aankomst van Jan Van Riebeeck

Voor de Nederlanders waren de landloze Khoikhoi een goedkope arbeid, maar  hun bezetting van het land wekte ook veel opstand op onder de Khoikhoi.
De Kaapse bevolking bleef echter maar groeien en de drukte van de stad deed sommige gezinnen vluchten naar rustigere oorden. Met een paard, een kar, een geweer en de Bijbel vertrokken ze richting het Noorden en het Oosten. Op enkele dagen verwijderd van de dichtstbijzijnde Europeaan eigenden ze zich een leven toe waarin zelfvoorziening en geloof centraal stonden. Dit waren de eerste Trekboers (of boers) van Zuid-Afrika.
De tocht van de eerste trekboers

Tegen het einde van de 18de eeuw verloor het Nederlandse handelsrijk echter zijn macht en viel de Kaap in Britse handen. Waar de Nederlanders eerst heer en meester waren in de kolonie, hadden ze nu een rivaal. De Britten klommen snel op naar de hoogste posities van de politieke en economische wereld, Nederlands moest tegen het Engels opknokken en daarenboven schafte de Britten slavernij af in 1833. Dit laatste was voor de boers een schending van goddelijke ordening der rassen. De boeren zagen zichzelf als een volk gekozen door god om het Afrikaanse continent te civilizeren. Misnoegd over de regels opgelegd door de Britten besloten de boers weg te trekken uit het gebied. Bijna 12 000 boeren, ook wel Voortrekkers genoemd, trokken verder landinwaarts.

De Voortrekkers hun tochten



De weerstand van de inheemse bevolking die de Voortrekkers tegenkwamen kon telkens worden overwonnen dankzij hun vuurwapens, en in vele gevallen lieten ze dan ook heuse bloedbaden achter. Deze makkelijke overwinningen waren voor hen de bevestiging dat ze van de steun van god genoten om dit land te vormen naar eigen visie. De weerstand die de Zulu's boden in begin van de 19de eeuw was echter van een ander kaliber. De Zulu's waren zelf geen watjes, onder een ijzersterk en bloeddorstig leiderschap aan het begin van de eeuw bouwde koning Shaka een klein rijk uit waarover hij met harde hand regeerde. Het koninkrijk van de Zulu's werd gevreesd door de meeste inheemse stammen en haar leger liet overal een spoor van dood en vernieling achter. Wanneer ook de Voortrekkers in aanvaring kwamen met de Zulu's stuurden ze Piet Retief, één van de meest belangrijke figuren van de beweging, er op uit om te onderhandelen. Door het slechte werk van de vertaler liep de spanning echter zo hoog op tijdens de onderhandelingen dat de Zulu koning opdracht gaf Piet Retief en zijn mannen te doden en kort daarna een dorp aan te vallen en de bewoners (waaronder 100 kinderen) om te brengen. De Voortrekkers reageerde met represailles waarna ook de Zulu's zich genoodzaakt zagen om te reageren. Het bloederig conflict kende zijn hoogtepunt op 16 december 1838, toen stond een groep van 464 Voortrekkers tegenover een leger van meer dan 10 000 Zulu's. Door een goede verdedigende opstelling en geavanceerde wapens slaagde de boeren er in om 3 000 Zulu's te doden en de rest op de vlucht te doen slaan, aan de kant van de Voortrekkers vielen slechts 3 gewonden. De slag eiste zo'n zware tol voor de Zulu's dat de nabijgelegen rivier rood zou zijn gekleurd, vandaar de naam: Slag bij Bloedrivier.

De moord op Piet Retief zoals afgebeeld in het Voortrekkersmonument
De Zulu koning vlak na de dood van Piet Retief


De Slag bij Bloedrivier
De Slag bij Bloedrivier zoals afgebeeld in het Voortrekkersmonument
De overwinning bevestigde de militaire superioriteit van de Voortrekkers ten opzichte van de inheemse stammen en maakte de weg vrij voor de oprichting van hun eigen staten in het Zuid-Afrikaanse binnenland waar ze een systeem van raciale segregatie konden implementeren.


Het Voortrekkersmonument in Pretoria werd opgericht in de jaren 40, toen het Afrikaner nationalisme hoogtij vierde, ter herinnering van de Voortrekkers en hun belangrijke rol in de ontwikkeling van Zuid-Afrika. Bij de officiële opening waren 250 000 mensen aanwezig en tot op de dag van vandaag is het voor veel Afrikaners nog steeds een bijna spirituele ervaring om op deze plek te zijn. Elk jaar doen er zich op 16 december Mekka-achtige taferelen voor wanneer duizenden Afrikaners het graf van Piet Retief (hoewel zijn lichaam nooit gevonden is) komen bezoeken in het midden van het Voortrekkersmonument. Piet Retief en de Voortrekkers symboliseren voor de Afrikaners het individualisme, geloof, zelf-redzaamheid en moed, de waarden die, in hun ogen, hun Zuid-Afrika zo groot heeft gemaakt. Het monument symboliseert voor veel Zuid-Afrikanen echter ook de macht van de Afrikaner klasse, en hun ideologie die de onderdrukking rechtvaardigde. Het Voortrekkersmonument is voor mij een gebouw dat aantoont hoe divers de persoonlijkheid van dit land is, hoe één gebouw zo veel tegengestelde emoties kan losweken.Voor sommige is het Voortrekkersmonument een ode aan de inzet en verwezenlijkingen van the white tribe of Africa (zoals de Afrikaners wel eens worden genoemd), voor andere is het een machtssymbool van een regime gebasseerd op onderdrukking en uitsluiting, en voor nog andere is het slechts een stenen gebouw op de top van een heuvel. Men waarschuwt me vaak dat Zuid-Afrika een moeilijk land is, elke dag begrijp ik net iets meer wat ze daar mee bedoelen.



Het standbeeld in het midden is een ode aan de Afrikaner vrouw, zij symboliseert de beschaving omringd door wildernis (de vier gnoe's rond haar)
In de grote zaal binnenin is in het midden een rond gat waaronder het symbolische graf van Piet Retief ligt, rondom de  zaal is een marmeren gravure met daarop de geschiedenis van de Trekboers.






Helemaal bovenop een heuvel naast het Voortrekkersmonument staat het oude fort dat Pretoria moest beschermen in de tijd dat de Boerenrepublieken in oorlog waren met de Engelsen van de Kaapkolonie. Nu wordt er hier elke laatste zondag van de maand een klein festival gegeven.