maandag 17 september 2012

My eerste week in Suid-Afrika is verby


Wat was ik blij toen het eindelijk zondag was, eindelijk een momentje rust in een heel drukke week. De groene oase van rust dat mijn guesthouse is in dit vreemde land gaf me even de tijd om rustig met een kopje thee mijn week te overlopen terwijl de ondergaande zon zijn laatste warmte gaf. Ondertussen stond de volgende week alweer voor de deur. Een week die zeker niet rustiger zou worden.

Na een week vol afscheid nemen ging mijn wekker af op maandag 3 september om 5 uur 's ochtends. De dag van mijn vertrek was aangebroken. Mijn koffers stonden klaar, een vlugge douche en een vlug ontbijt en we stapten in de auto richting Zaventem. Ondertussen is het al de derde keer dat mijn ouders me zo vroeg naar Zaventem moesten brengen om afscheid van mij te nemen. Deze keer was er echter nog een tussenstop: Brussel Zuid om Jasmien af te zetten. Jasmien was voor mijn laatste weekend in België teruggekomen van Frankfurt. We waren blij om bij elkaar te zijn, maar het weekend bleef toch overschaduwd door ons nakend afscheid. Gelukkig heeft Jasmien besloten om eind-oktober/begin-november al een blitz-bezoekje te brengen aan Pretoria, anders keken we nu uit naar vier maand zonder elkaar. Nu is het slechts twee keer zeven weken dat ik haar moet missen. Daarenboven heb ik het vooruitzicht dat we eind-december definitief samen in Pretoria zullen leven. Enkel en alleen daardoor zie ik mijn toekomst in Zuid-Afrika al rooskleurig tegemoet.

Het  laatste avondmaal: friet met biefstuk.

Maar zoals ik zei: we waren onderweg naar Zaventem met als tussenstop Brussel Zuid, vanafwaar Jasmien de trein richting Frankfurt nam. Er vloeiden geen traantje bij het afscheid. We waren er allebei vrij nuchter en zelfzeker over: binnen zeven weken zien we elkaar weer, slechts een klein obstakel, makkelijk te overbruggen. Twintig minuutjes later stonden we in de vertrekhal van Zaventem. Mijn ouders zijn ondertussen al ervaringsdeskundigen, dus ook hier was het afscheid niet te emotioneel. Ze wisten al lang dat ik weer naar het buitenland wou, en ik denk dat het verdriet rond mijn vertrek werd overstemt door de blijheid dat ik mijn dromen kon waarmaken. Ik stapte vlug langs de paspoortcontrole en stond in de rij van de douane toen ik Inge tegenkwam. Ook zij had net afscheid moeten nemen van alles wat België voor haar te bieden heeft. Samen gingen we naar onze gate en stapte we op de KLM vlucht richting Schiphol, na nog geen uur in de lucht te hangen stonden we weer met beide voeten op de grond. Een paspoort- en douanecontrole later waren we op weg richting Johannesburg. Ik had gehoopt het Afrikaanse continent onder me te zien voorbij glijden, maar jammer genoeg zat ik net niet naast een raampje. Op zich geen ramp want Afrika lag bijna volledig bedekt onder een laag wolken. Dankzij de "on-board entertainment" en het vele eten dat we kregen gingen de 13 uur relatief snel voorbij en om iets na negen bevonden we ons reeds op Zuid-Afrikaanse bodem.



Zaventem
Vliegtuig naar Schiphol
Landen in Schiphol
Vliegtuig richting Johannesburg
Het wolkendek





Tot onze opluchting hadden allebei onze koffers de reis overleefd. We stapten naar de aankomsthal en daar ontmoetten we onze eerste Zuid-Afrikaan: Patrick, de chauffeur van de lokale BTC delegatie. Na al onze bagage in de witte Toyota te puzzelen reden we naar buiten. Het was negen uur 's avonds en dus al donker (het is hier "winter" dus de zon ging al rond zes uur onder), veel zagen we dan ook niet van Zuid-Afrika. We reden Pretoria binnen  na een goed half uur en gingen rechtstreeks naar onze tijdelijke verblijfplaats: Milner Street 246 in de suburb Waterkloof. Het is een heel groot huis waar verschillende kamers van worden verhuurd voor middellange termijn. Rond het huis ligt een enorme grote tuin met palmbomen en exotische bloemen, en dit allemaal netjes tussen vier muren met schrikdraad er bovenop. Veilig dus. Daarenboven kregen we een Panic Button, een sleutelhanger met een knop aan die een stil alarm doet afgaan en zo een private beveiligingsfirma alarmeert. Vissie Van der Ward, een blanke Afrikaans-sprekende vrouw, runt het guesthouse met de hulp van 2 kuisvrouwen, een tuinman en haar hond Jabo.

Milner street


  


Jabo
De panic button
Onze kamers waren de twee cottages (twee aparte huisjes). Veel heeft het niet: een kleine badkamer met douche, 2 bedden, een tafel en 2 stoelen, een TV, een ijskast, microgolf, wasbak en een elektrisch kookvuurtje. En dit allemaal onder een strooien dak.





Het is allemaal wat klein, maar het is genoeg voor de eerste weken.

Eens mijn koffers waren uitgepakt kroop ik direct onder de wol om goed uitgeslapen te zijn voor mijn eerste werkdag, want 's ochtends vroeg kwam Patrick ons weer ophalen. Na een stevig ontbijt te hebben opgegeten onder de bomen van de tuin gingen we naar onze werkplek, welke ongeveer 1,5km van Milner street is. Het gebouw maakt deel uit van de Belgische diplomatie en huisvest naast de BTC ook nog andere Belgische diensten. Er wappert dan ook een Belgische vlag buiten. Het ligt een flink eind uit het centrum van Pretoria, in één van de rijkere suburbs, en is daardoor ook niet het enige ambassadegebouw in de buurt. Het gebouw zelf ligt langs een relatief drukke baan en vlakbij twee Malls (winkelcentra).


Op onze eerste dag ontmoette we de meeste van onze nieuwe collega's. De volgende dag zouden we Evert Waterloos ontmoeten. Hij is de persoon die zich bezig houdt met het project van de BTC rond landhervorming, en hij is ook onze coach. Voorlopig ga ik het hierbij laten met de beschrijving van mijn werk en het project. Hoewel ik er ondertussen al een veel duidelijker beeld van heb wat ik hier nu word verwacht te doen, wil ik toch nog even wachten om een zo duidelijk mogelijk beeld te kunnen schetsen. Dit is voorlopig nog heel moeilijk omdat ik nog helemaal niet ingewerkt ben. Voorlopig houden we ons echter voornamelijk bezig met het lezen van documentatie rond het project en de problematiek van landhervorming in Zuid-Afrika. Daarnaast werden we ook gebrieft over Zuid-Afrika. Naast thema's zoals de rassenrelaties, de armoede, de gewoontes en het dagelijkse leven, kregen we natuurlijk ook een uitleg over de veiligheid in Zuid-Afrika. Velen onder jullie hebben mij gewaarschuwd voor de criminaliteit en de gevaren van Zuid-Afrika, en veel van jullie waren dan ook wat bezorgd om mijn welzijn. Op dit moment kan ik nog geen duidelijk beeld vormen van de veiligheid in dit land, daarvoor ben ik hier nog niet lang genoeg. Maar afgaand op de mening van de vele Belgen die hier leven, ontbraken al die waarschuwingen toch vaak wat nuances. Het is zonder twijfel waar dat er hier proportioneel veel criminaliteit is, maar je moet je hier niet opsluiten en tot de tanden bewapenen. De raad die wij krijgen is de volgende: 1) Wees altijd op je hoede, maar wees niet paranoïde; 2) Wandel 's nachts liefst niet op straat, en zeker niet alleen; 3) er zijn buurten waar het gevaarlijk is voor jou, blijf daar weg!; 4) er zijn buurten waar het veilig is, en waar je zelf als het donker is kunt buiten wandelen; 5) vertrouw geen vreemden; 6) loop niet te pronken met je geld. Hoewel dit heel extreem lijkt in de context van de meesten gebieden in België, is dit voor mij niet veel extremer als waar ik in Bolivië mee te maken kreeg. Daarenboven is de kans dat ik de dood  in de ogen kijk enorm klein, criminaliteit beperkt zich hier voornamelijk tot diefstal, zolang je niet moeilijk doet en afgeeft wat je hebt, kom je er met de schrik van af. Dit klinkt misschien niet bemoedigend, maar België is dan natuurlijk ook enorm veilig, en wat is het leven zonder wat risico en avontuur :)

De week ging vrij snel voorbij, en toch was ik uitgeput toen het weekend er was. Evert had ons voorgesteld om ons zaterdag mee te nemen naar de Cradle of Humankind. Hoewel we hiervoor vroeg moesten opstaan gingen we met veel plezier mee. The Cradle of Humankind is een UNESCO site net buiten Pretoria die deze titel verdient omdat hier in de Sterkfontein grot de schedel van een Australopithecus Africanus is gevonden, de oudste fossiel van een mensachtige. Het was een heel leuke trip gecombineerd met een bezoek aan een nogal schools museum dat de geschiedenis van het leven en de evolutie op aarde beschreef. Al bij al was het gewoon eens aangenaam om buiten Pretoria te komen. Daarenboven hebben we onderweg naar daar ook een blik kunnen werpen op één van de buitenwijken van Pretoria: Diepsloot, golfplaten dakje zo ver het oog rijkt. Het was een opvallende afwisseling van de bombastische betonnen paleizen in de suburbs of de afgelekte malls die we in Pretoria zien.


De grotten van Sterkfontein
Zondag gingen we dan eindelijk iets doen wat we eigenlijk al lang hadden moeten doen: het stadscentrum verkennen. De teleurstelling was groot. Het centrum dat zich situeert rond Kerkplein was volledig uitgestorven, alles was dicht en er liep bijzonder weinig volk over straat. Op zich eigenlijk niet zo raar, Pretoria is reeds sinds de de jaren 30 het politieke centrum van het land. Het centrum herbergt dan ook nog steeds alle ministeries, agentschappen en departementen van de Zuid-Afrikaanse regering. Tijdens de week zorgen deze dan ook voor heel veel leven, maar in het weekend keren zij allemaal terug in de aangename suburbs. Het centrum wordt dus muisstil in het weekend. Een beetje teleurgesteld stapten we in een taxi en gingen we terug richting Milner street. "Als alles hier gesloten is in het weekend zullen we ons hier echt doodvervelen" dacht ik "daarenboven was het centrum niet echt mooi of aangenaam om in te vertoeven met al zijn kantoren en grijze overheidsgebouwen". Opeens leek Zuid-Afrika toch wat minder aangenaam ... Dat gevoel bleef gelukkig niet lang hangen. We vroegen aan de chauffeur om ook nog eens langs Hatfield te rijden. Een suburb vlakbij de universiteit waar we nog nooit waren doorgereden. En wat was dat een aangename afwisseling. Een straat vol met cafeetjes en restaurants, en ook in de aangrenzende straten was er hier en daar een gezellig café. Ondertussen begrijp ik dat het centrum van Pretoria werkelijk een zakenbuurt is. Een buurt waar velen werken maar slechts weinigen leven. Amusement is hier dus niet te vinden. De Zuid-Afrikanen leven niet waar ze werken. Ze leven in de suburbs, want anders dan bij ons vind je hier wel cafés, restaurants, clubs, winkels, ...






Ook het apartheidsregime had in Pretoria haar hoofdstad. Naast de blijvende verdeeldheid in de samenleving zie je hier en daar ook nog kleine restanten ervan. Bovenstaand reliëf staat op het stadhuis van Pretoria, merk op wie er centraal staat en wie er werkt.
Zondag sloot ik dus af op een stoel in de tuin. Mijn eerste week zat er op. De kop is eraf. De volgende week zou druk worden. We gingen het Department of Rural Development and Land Reform bezoeken, we zouden op huizenjacht gaan, we zouden voor het eerst enkele (kleine) taakjes voorgeschoteld krijgen en daarenboven was het allebei onze verjaardag: Inge elf september, ik de twaalfde. Ik was nog niet volledig uitgerust en we moesten weer beginnen ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten