Toen tijdens de hoogdagen van de globale anti-apartheid beweging in 1987, een reporter aan Thatcher vroeg of het ANC (de partij van Mandela) ooit aan de macht zou komen in Zuid-Afrika zei Thatcher het volgende:
“The ANC is a typical terrorist organisation [...] Anyone who thinks it is going to run the government in South Africa is
living in cloud-cuckoo land”
Hiermee
verkondigde ze niet enkel haar mening, maar de mening van de rechtervleugel van
haar partij. Teddy Taylor, een Brits Parlementslid, zei ooit “Nelson Mandela
should be shot”. Studenten van de
Federation of Conservative Students werden betrapt op het dragen van “Hang
Nelson Mandela”-badges. Wanneer in 1984 de Zuid-Afrikaanse President Botha[i]
naar Europa kwam om steun te zoeken voor zijn zachtere apartheid was Thatcher de enige Europese leider die hem uitnodigde (zie foto hierboven).
Wanneer in 1990 Nelson Mandela een uitnodiging van Thatcher weigerde, reageerden de leden van haar partij gepikeerd:
“How much longer will the Prime Minister allow herself to be kicked in the face
by this black terrorist?” (Terry Dicks MP). Misschien nog belangrijker was haar
terughoudendheid om het Apartheidsregime sancties op te leggen.
Dus Thatcher was één
van de belangrijkste Westerse aanhangers van het Apartheidsregime? Nee, alles behalve.
“I do not like apartheid. It is wrong. I like
valuing people for what they are, not for their colour or their background.
Apartheid is wrong and it has to go.” (Thatcher, 8 juli 1986, The Guardian)
Thatcher haar
visie op een meritocratische maatschappij, een maatschappij waar mensen werden
beloond op basis van hun capaciteiten, liet haar niet toe om ook maar de
kleinste sympathie te hebben voor een raciale toekenning van rechten en kansen.
In haar officiële discours zag ze internationale sancties niet als een goede
manier om het regime tot zijn einde te brengen. Sancties zouden namelijk
niet enkel het regime aantasten, maar ook de verarmde zwarte bevolking.
Daarenboven was de moderne Zuid-Afrikaanse economie volledig in staat om de
weggevallen import zelf te produceren. Sancties zouden daarnaast in de
Apartheidsrethoriek worden afgeschilderd als onderdeel van een Communistisch
complot, iets dat de blanke achterban enkel nog meer onbeweegbaar zou maken om
compromissen te zoeken. Natuurlijk zat er achter dit officiële discours ook een
geopolitiek kantje: Het blanke Zuid-Afrika werd gezien als een trouwe
bondgenoot in de Koude oorlog. Omringd door Angola, Mozambique en Zimbabwe, waar
de Sovjet Unie en Cuba een flinke vinger in de pap hadden te brokken, keek
Zuid-Afrika het “rode gevaar” constant in de ogen. En het rode blok keek terug:
Zuid-Afrika was met zijn natuurlijk rijkdommen en ontwikkelde industrie een
gewilde prijs. Het ANC zou zijn geïnfiltreerd door blanke communisten, het
waren geen bevrijdingsstrijders maar marxistische terroristen. In wezen zag slechts een handvol Westerse overheden het ANC graag komen, Thatcher was er
gewoon eerlijk over.
Maar een wrange
nasmaak blijft bestaan in Zuid-Afrika. Ten eerste was het ANC veel minder
communistisch dan werd gedacht door het Westen, en de nauwe banden die het had
met de Communist Party waren in de eerste plaats het gevolg van een gedeeld
doel, namelijk de afschaffing van Apartheid, en niet als gevolg
van een gedeelde ideologie. Thatcher en de conservatieve partij in Groot
Brittannië onderkende ook het feit dat de guerrilla strijd van het ANC in de
eerste plaats het gevolg was van de overheid haar gewelddadige repressie van vreedzame ANC acties. Ook de effecten
van de internationale sancties werden onderschat. Een IMF rapport uit 1990
erkent dat de economie wel degelijk leed onder de sancties. Een groot deel van
de import werd simpelweg vervangen door nationale productie, maar deze
nationale productie was duurder waardoor overheid en burgers geld verloren.
Daarenboven zorgde het wapenembargo er voor dat de regering geen toegang meer
had tot hoogtechnologische wapens. Verder gaven de sancties Zuid-Afrikaanse
vrijheidsstrijders een moreel steuntje in de rug, dit psychologisch effect zorgde
zowel voor grotere internationale en nationale steun voor het ANC en andere
vrijheidsbewegingen.
Hoewel Thatcher
zeker geen voorstander was van het raciale Zuid-Afrikaanse beleid, was haar
voorzichtige houding ten opzichte van het blanke minderheidsregime zeker niet
hulpzaam in de weg naar het democratische Zuid-Afrika. Uiteindelijk werd
Apartheid onderuit gehaald niet door een kille Iron Lady, maar door een zwarte man
die na een leven van onderdrukking en gevangenschap naar voor kon komen met een
boodschap van verzoening, gelijkheid en diversiteit.
[i] Onder President Botha zijn leiderschap werd apartheid voortgezet
zei het in een minder strikte vorm. Zo werden onder andere gemengde huwelijken
toegelaten. De onderdrukking en politiegeweld gingen echter door onder zijn
leiderschap. ANC leiders en kantoren in het buitenland werden aangevallen door
Zuid-Afrikaanse speciale troepen, martelpraktijken en onwettig aanhoudingen
bleven dagelijkse kost. Hij was openlijk tegen een staat waarin zwarte
meerderheid iets te zeggen had.