donderdag 20 december 2012

Wat doen ek hier eintlik?


We keken er al even naar uit, maar eindelijk vertrokken we op ons eerste terreinbezoek. Nu voor ik begin met te beschrijven wat we daar hebben gedaan is het misschien beter dat ik eerst iets uitleg dat ik al veel te lang heb uitgesteld, namelijk wat mijn werk hier eigenlijk inhoudt.


In het begin was het voor mezelf ook niet zo duidelijk wat ik hier nu eigenlijk dag in dag uit aan het doen was. Een week nadat we waren toegekomen was de persoon waarmee we werkten in het ministerie plots verplaatst naar een nieuwe post waardoor onze samenwerking voorlopig niet kon doorgaan. Het zag er even naar uit dat onze functie volledig ging moeten worden geherdefinieerd maar gelukkig viel alles weer in zijn plooien na een maand en konden we weer doordoen. Niet dat we de eerste maand niets hebben gedaan. Ten eerste moesten we ons wat inlezen in de problematiek rond landherverdeling en rurale ontwikkeling. Daarnaast hielpen we Evert (de projectleider) mee met wat opzoekingswerk en dataverwerking voor het project. Het BTC project hier tracht voornamelijk de dienstverlening van de overheid aan burgers die recentelijk land hebben toegewezen gekregen te verbeteren. Dit klinkt allemaal vrij vaag, maar eigenlijk draait het er voornamelijk om dat het BTC project ondersteuning tracht te bieden aan het Zuid-Afrikaanse Department of Land Reform and Rural Development waar die ondersteuning nodig is. Zo worden er onder andere lokale werkloze jongeren aangenomen om de communicatie tussen het nationale niveau en de provincies te verbeteren. Of zo helpt BTC met de ontwikkeling van handleidingen om lokale ambtenaren te trainen in bepaalde onderwerpen. In de toekomst zou het project zich meer beginnen focussen op de burgers  die land kregen toegewezen. Ze zouden dan worden geholpen in het ontvangen van alle diensten waar ze recht op hebben (toegang tot water, opleiding, financiering, ...).



In onze job ondersteunen we ook het Department of Land Reform and Rural Development, maar dan iets specifieker. Onder President Mbeki begon de Zuid-Afrikaanse overheid in 2008 het War on Poverty programma en sinds augustus dat jaar komt er elke maand een heuse War Room samen bestaande uit de hoofden van alle relevante ministeries. Hierdoor zou er een alomvattende aanpak moeten zijn voor armoede ... Jammer genoeg blijkt het niet zo te zijn. De War on Poverty is helemaal niet transparant in de zin van het communiceren van hun doelstelling, het rapporteren van de verwezenlijkingen of het verklaren van hun methodes. Daarenboven bleek het programma te log en te alomvattend om makkelijk bestuurbaar te zijn. Daarom werd de verantwoordelijkheid als een hete kool doorgegeven naar het Department of Land Reform and Rural Development ... Volgens sommige[1] één van de slechts presterend ministeries. Op dit moment kunnen we dus zeggen dat armoede aan het winnen is in de War on Poverty.


Eén van de activiteiten van de War on Poverty was om de noden van Zuid-Afrikaanse huishoudens te identificeren door enquêtes af te nemen. Deze enquêtes worden afgenomen door lokale werkloze jongeren, en hen zijn we gaan bezoeken tijdens ons terreinbezoek. We volgden een groep van 50 jongeren die in de gemeente van Greater Taung huis na huis (of eerder golfplatenhuis na mudhouse) afgingen om de enquêtes in te vullen. We waren aangenaam verrast van de kwaliteit van het verzamelen van deze enquêtes, wat echter niet wilt zeggen dat we geen opmerkingen en bedenkingen bij hun methodes hebben. Daarenboven was het interessant om eens oog in oog te staan met de mensen die in deze huizen woonden, en er een praatje mee te kunnen doen.












Op dit moment  zijn zo’n 700 jongeren over het hele land bezig met deze enquêtes te verzamelen, wat ongeveer neerkomt op 2000 enquêtes per dag. Deze 2000 enquêtes worden dagelijks digitaal doorgestuurd naar Pretoria en daar … nuja, daar zit dus het probleem. Al deze enquêtes komen terecht bij één iemand: Carmen van der Merwe. Zij is het hoofd van de dienst die aan dataverzameling doet, maar heeft geen extra mankracht om haar te helpen met de analyse. Omdat ze als hoofd van de dienst sowieso al veel werk heeft schiet er op het einde van de dag nog maar weinig tijd over om de data te verwerken naar leesbare rapporten. Daarvoor zijn wij dus ingeschakeld. In de vorige weken hebben  we ons beziggehouden met het schrijven van een sociaal-economisch rapport van Greater Taung waarin we beschrijven hoe het zit met de werkloosheid, het onderwijsniveau, het inkomen, de gezinssamenstelling, …enz in de regio. Daarnaast werkten we ook aan enkele andere document voor Greater Taung. De verzameling van al deze documenten zou uiteindelijk als hulpmiddel moeten dienen voor het departement bij het bepalen welke interventies waar nodig zijn.


Carmen en de grote baas van het departement waren allebei heel tevreden van ons werk en de documenten zouden dus ook daadwerkelijk moeten beginnen circuleren in het departement. Greater Taung is echter slechts één van de 266 Zuid-Afrikaanse gemeenten. Zelfs als we in staat zouden zijn om zo’n document voor elk van deze gemeenten te creëren (wat bijna onmogelijk is), dan nog zouden deze documenten binnen de kortste keren verouderd zijn omdat er elke dag 2000 nieuwe enquêtes bijkomen. Dus is de volgende stap in ons plan om Carmen te helpen enkele stagiairs aan te nemen die zich zouden bezighouden met rapporten te schrijven en het verwerken van de data die binnenkomt. Hoewel we nu doordoen met de dataverwerking, lijkt het vinden van enkele stagiairs mij op dit moment het belangrijkste. Het stagiairprogramma zou ideaal zijn om ons werk duurzaam te make, want anders staat Carmen er weer alleen voor de dag dat Inge en ik vertrekken. De stagiairs zouden kunnen dienen als een aanspreekpunt binnen het departement wanneer een bepaalde dienst een project wilt plannen in een bepaalde regio, of een bepaalde groep mensen wilt kunnen bereiken. Mocht er bijvoorbeeld een dienst binnen het Departement zijn die een cursus in een regio aanbiedt rond het opstarten van een eigen zaak, zouden de stagiairs de contactgegevens uit de database kunnen bezorgen van alle lokale burgers die hebben aangegeven dat ze graag een eigen zaak zouden beginnen.


Waar ik hier nu mee bezig ben doe ik heel graag, vooral omdat het werk wordt geapprecieerd en gebruikt door de mensen binnen het departement. Daarenboven hebben we een doelstelling om naartoe te werken, namelijk een stagiairprogramma opstarten. Hopelijk lukt dit snel zodat we er in slagen om de impact van ons werk hier duurzaam te maken.


[1] Zoals Patrick Bond van de University of Kwazulu-Natal (http://www.counterpunch.org/2010/08/05/south-africa-loses-its-war-on-poverty/)

zondag 18 november 2012

Visitatie van Jasmien

Twee volle maanden keek ik uit naar 24 oktober, de dag dat Jasmien naar Zuid-Afrika komt. Nog niet definitief, maar voor 11 dagen, een intermezzo in onze lange afstandsrelatie. De week er voor was ik al dolgelukkig dat ze er bijna was, de dag zelf liep ik de hele dag te glunderen. De dag ging traag voorbij, vooral omdat ik de hele tijd naar de klok aan het kijken was, aftellen naar het moment dat ik naar de luchthaven mocht vertrekken. En toen was het eindelijk tijd om te vertrekken. Na vlug een huurauto te gaan oppikken, een minieme Chevrolet Spark, reed ik rechtstreeks naar de luchthaven van Johannesburg, ondanks het feit dat het nog 2 uur zou duren tegen dat het vliegtuig zou landen. Ondertussen moest Jasmien al ergens boven Zuid-Afrika aan het zweven zijn. bijna een volledige dag was ze al onderweg: Frankfurt - Dubai, Dubai - Johannesburg. Daarenboven had ze in Dubai 8 uur tussen de twee vluchten moeten wachten. Productief als ze is heeft ze deze tijd echter gebruikt om Dubai, en dan voornamelijk de hoogste toren ter wereld, te bezoeken. 




De twee uur vlogen voorbij en ik stond ongeduldig te wachten aan de arrival gate. Opeens zag ik veel meer moslims en Aziaten naar buiten komen, en toen wist ik dat de vlucht van Dubai er was. Daar was ze dan, achter een glazen muur sleurend met een koffer waarin de helft van de spullen voor mij waren. Wat was ik blij haar weer te kunnen vasthouden, het was of ze nooit was weggeweest en toch was ik nog nooit zo blij geweest haar terug te zien.


Na elkaar eindelijk te hebben losgelaten van een knuffel, die twee maanden gescheiden leven moest goedmaken liepen we richting de auto en propte we haar koffer in ons autootje. Dit was vooral moeilijk omdat de koffer reeds vol zat met een frigobox vol eten. We gingen namelijk niet rechtstreeks naar Pretoria. Ik had verlof genomen, en ook Jasmien was op vakantie dus ik wou iets bezoeken, iets bezoeken dat ik nog niet had bezocht: Johannesburg. De rit naar het hotel was geen makkelijke opgave. Het was donker, we hadden geen GPS of kaart, enkel een wegbeschrijving van google maps. Daarenboven was de buurt alles behalve even up-market als Waterkloof in Pretoria. Een grote baan met afwisselend grote hangaars, een braak liggend stuk grond of een autogarage. Het voelde allemaal wat vies aan. Daarenboven was Jasmien niet op haar gemak omdat ik links aan het rijden was, iets wat een enorm raar gevoel kan geven omdat je constant denkt dat je op het verkeerde baanvak zit. Na lang zoeken vonden we uiteindelijk ons hotelletje en kwam een heel bewogen dag ten einde. 

De volgende dag stond Johannesburg op het programma. Bij zonlicht leek de buurt al een pak minder guur dan 's avonds, en veel meer op ons gemak volgde we de vage wegbeschrijving van onze hoteleigenaar richting het Apartheidsmuseum. Na veel verkeerd te hebben gereden kwamen we toch uiteindelijk aan, wat geen makkelijke opgave was in het drukke verkeer van deze stad, maar het co-piloteren van Jasmien heeft ons uit de nood geholpen. In het Apartheidsmuseum rondlopen was een rare ervaring. Aan de kassa krijg je een ticket die je onderverdeelt in "Blank" of "Nie-blank", en naargelang je ticket moet je dan ook door een andere ingang gaan. Er hangt een gemengde sfeer in het museum, een sfeer van onderdrukking en wreedheid, maar ook een sfeer van overwinning. Na het Apartheidsmuseum gingen we richting Melville, één van de hippe wijken van Jo'burg. Tweedehandswinkeltjes, coffeeshops, boekenwinkels, trendy caféétjes en een mooie omgeving. De perfecte plaats om te ontsnappen van het drukke Zuid-Afrikaanse verkeer. Eens onze koffie was opgedronken en de lunch verteerd trokken we naar Jo'burg CBD (Central Business District) waar we op de hoogste toren van het Afrikaanse continent stonden. Dit klinkt echter indrukwekkender dan het is, want met zijn 223 meter hoogte is hij nog steeds bijna 100 meter kleiner dan de eiffeltoren. Eens we weer op het gelijkvloers stonden was het al donker aan het worden, en aangezien Johannesburg niet de veiligste stad ter wereld is keerden we terug naar ons hotelletje. De wildste geruchten doen zich de ronde over Jo'burg en de stad voelt ook een pak minder veilig aan dan Pretoria. Het centrum geeft een algemene indruk van vergane glorie, er is niet veel te zien en voelt enorm chaotisch aan.




De volgende dag zagen we dan echter een beter deel van Jo'burg: Sandton, één van de rijkere buurten.  We aten een vlugge brunch op het Nelson Mandela Square, een plein ontwerpen in Italiaanse stijl en met een groot standbeeld van Nelson Mandela op. Net zoals vele pleinen in Zuid-Afrika is dit geen plein zoals wij het in Europa kennen. Het plein is namelijk geen publieke plaats, maar in privé bezit (vaak van de mall die er rond staat). Veel tijd hadden we niet want na de middag moest ik terug in Pretoria zijn. Deze keer niet in Milner Street, maar in Main Street want vandaag verhuisde we eindelijk naar het nieuwe huis. De rest van de dag was voornamelijk gevuld met het uitpakken en opkuisen. 's Avonds gingen we dan uiteindelijk nog naar een Halloween feestje georganiseerd door enkele Duitsers.

Sandton

Alles in de kleine Chevrolet Spark proppen om te verhuizen
Na een eerste nacht in het nieuwe huis te hebben geslapen was het tijd om Jasmiens toekomstige stad te doen ontdekken. Tijdens het weekend hebben we een fietstochtje gemaakt tussen de Jacaranda's en villa's van Waterkloof, tussen de zebra's en giraffen gereden in Groenkloof en gebraaid op het Park Accoustics festival bij het Voortrekkersmonument. Dit alles onder een stralend blauwe hemel. Een heerlijk weekend dus, en ik kijk al uit naar de toekomst wanneer ik elk weekend met Jasmien mag doorbrengen. Op maandag brachten we dan nog een vlug bezoekje aan de toeristische highlights van Pretoria: De Union Buildings en Kerkplein, om haar daarna het shoppingmall fenomeen te tonen in Menlyn Park.

Fietsen tussen de Jacaranda's


Fietsen in Groenkloof



Voortrekkersmonument en Park Accoustics



Union Buildings
Maandagavond besloten we dan om een dagje vroeger naar onze volgende bestemming te vertrekken: Blyde River Canyon, een natuurreservaat rond de ravijn van de Blyde rivier op enkele kilometers van Kruger. Na bijna een hele dag te hebben gereden langs kleine dorpjes en zigzaggende weggetjes kwamen we 's avonds eindelijk aan op onze bestemming. De volgende dag begonnen we met een bezoek aan God's Window: een uitzichtpunt bovenop een berg vanaf waar je helemaal tot aan de grens van Swaziland en Mozambique kunt kijken zo'n 200 km verder. Daarna reden we verder tot Bourke's Potholes waar een waterval recht in de ravijn valt en schitterend rotsformaties heeft gevormd. Daar begonnen we ook een vermoeiende wandeltocht van 5 uur die langs een heel moeilijk pad ging en waar ik een kleine val heb gemaakt. Eens terug aan de auto gingen we zo snel mogelijk naar ons bed want morgen gingen we naar één van de topattracties van Zuid-Afrika: Kruger.

Onze picknick onderweg
Blyde River Canyon


Jasmien tijdens onze hikingtrail naast een termietenhuivel


God's Window


Lisbon falls


Wachtend op het vlees van de braai
Kruger National Park is hoogstwaarschijnlijk één van de beroemdste natuurreservaten ter wereld, en voor goede redenen. Het ligt op de grens met Zimbabwe en Mozambique en beslaat een oppervlakte van bijna 20.000 km², ter vergelijking: dat is iets meer dan de oppervlakte van Wallonië en Luxemburg samen. Het is vooral geliefd door zijn enorme concentratie aan dieren, waaronder ook de Big Five (Leeuw, Luipaard, Olifant, Neushoorn en Buffel). Daarnaast komen er nog allerlei andere dieren in grote getallen voor die je zou associëren met Afrika (zebra's, giraffen, cheetah's, hyena's, gnoe's, antilopes, krokodillen, ...). Het park is daarenboven heel toegankelijk, je kan er overnachten in één van de 25 omheinde kampen of in één van de vele luxueuze private lodges. Via één van de gates kan je zomaar binnen rijden met de auto en een heel goed uitgewerkt wegennetwerk van zowel asfalt- als zandwegen brengen je naar all uithoeken van het park. Het is één van de belangrijkste toeristenattractie in Afrika, maar omdat het zou uitgestrekt is ben je op vele momenten toch volledig alleen op een verlaten weggetje tussen de zebra's en bavianen. Gevaarlijk is het trouwens ook niet. Je wordt verplicht om in de auto te blijven en de roofdieren zien de auto als één groot dier, enkel de olifanten en nijlpaarden kunnen in feite gevaarlijk zijn.


Op de ochtend dat we opstonden om naar Kruger te gaan was vroeg, koud en donker. We hadden ons voorgenomen om rond 5u30 bij de poorten van Kruger te staan. De meeste dieren zijn het actiefst 's ochtends of bij valavond, dus het zou een zonde zijn om te laat te beginnen. Er lag ons echter nog een rit van 80 km voor de boeg. Onder de langzaam opkomende zon reden we langs de verlaten banen, af en toe passeerde we de zwarte tuinman of kuisvrouw die al te voet op weg was naar zijn werk, voor de rest geen levende ziel. Maar aan de poorten was het al druk, heel druk. De tourbussen waren nog aan het wachten op de laatste laatkomers, terwijl reeds een rij auto's aan de poorten stond aan te schuiven. Iedereen moest zijn koffer open doen, frigobox werd gecontroleerd, achterbank geïnspecteerd. Toen ik de bewaker vroeg waarom dit nodig was antwoordde hij in het Afrikaans: "Geen troeteldiere toegelaat" ... Geen huisdieren dus.  We gingen binnen in één van de zuidelijkere poorten en zouden zo naar het noorden rijden richting ons restcamp: Olifants Restcamp. Het zuiden is in het algemeen het makkelijkst bereikbaar vanaf Johannesburg/Pretoria en kent de hoogste concentratie dieren, hierdoor is het ook het meest bezochte gedeelte. Deze twee aspecten mochten we direct ondervinden. Tijdens ons eerste uur in Kruger zagen we meer dieren dan eender welk uur in de volgende twee dagen, maar we zagen ook het grootste aantal tourbussen. Langzaam verlieten we het toeristische gedeelte via een klein zandweggetje waarop onze kleine Chevrolet Spark zwaar moest afzien. 's Avonds kwamen we toe in Olifants Restcamp, een restcamp bovenop een berg met een schitterend uitzicht op de Olifantsrivier. De volgende dag reden we weer een hele dag rond en keken we naar de wilde dieren, daarenboven deden we 's ochtends een bushwalk (een wandeling in de natuur met twee rangers) en 's avonds een nightdrive (een ritje 's nachts in het park om de nachtdieren te zien). Twee dagen in Kruger was werkelijk wonderlijk. De hele tijd rondrijden en zoeken naar dieren kan enorm eentonig worden, maar dan opeens zie je een olifant of een groep bavianen en dat maakt alles de moeite waard. Je kan enorm dicht bij sommige dieren komen en we hebben er dan ook enorm veel gezien, jammer genoeg wel geen katachtige (leeuw, luipaard of cheetah), maar dan hebben we reden om terug te keren. Hieronder stel ik wat foto's van alle dieren de we hebben gezien.

Een hele hoop tourbussen die stoppen voor een giraf
Onze Chebrolet Spark naast enkele andere auto's die in Kruger reden.
Het uitzicht vanuit het Olifants Restcamp





Op de brug over de Olifantsrivier


Ik aan het braaien bij onze slaapplek

 







De Marabou Stork. Een aasvogel, en één van de leden van de zogenaamde Ugly Five (Marabou Stork, Spotted Hyena, Gnoe, Wrattenzwijn en Gier)  
De gevlekte hyena
Deze jongens vonden onze auto iets te interessant, na hem eerst volledig te besnuffelen begonnen ze er in te bijten ...



Gnoe



Wrattenzwijn

Gieren die een olfiantenkarkas aan het kaalvreten zijn


Impala's. Ongetwijfeld de meest voorkomende dieren in het Kruger Park, achter elke hoek kwam je er wel één tegen.


Baviaan

Waterbok
Kudu




Deze blauwaap probeerde op de laatste ochtend ons ontbijt te stelen in het kamp
Secretary Bird
Steenbok

Lepelaar 
Nijlpaarden in het water


Puff adder, hier hadden we bijna op gestapt tijdens onze bushwalk
Na 2 volle dagen Kruger keerden we met spijt in het hart terug naar Pretoria, niet enkel omdat Kruger zo'n schitterende ervaring was, maar ook omdat onze tijd samen er bijna op zat. Het was een enorm mooie vakantie geweest en ik ben ervan overtuigd dat Jasmien het hier ook heel hard naar haar zin heeft gehad. Vooral dat laatste was voor mij belangrijk. Voor Jasmien was dit een soort van generale repetitie. Eind januari zal ik haar weer gaan ophalen in de luchthaven. Deze keer niet met vakantie-koffers, maar met verhuiskoffers. Na onze geslaagde vakantie ziet ze het hopelijk dan ook volledig zitten om naar hier te komen, en ik kijk er natuurlijk super hard naar uit om haar weer te zien.